kan worden gebracht.
De VOORZITTER zegt er geen bezwaar tegen te hebben dat, naar aan
leiding van de behandeling van dit stuk, deze. opmerking onder de aan
dacht van het provinciaal bestuur zal worden gebracht.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
14. Voorstel tot het verlenen van een subsidie aan de Werkgroep Peuter-
speelzaal/7e wi.iziging gemeentebegroting 1973.
Het lid KESSEL informeert hoe men de ontwikkeling van deze toe te
kennen subsidie moet zien; éénmalig of jaarlijks.
De VOORZITTER antwoordt dat het voorstel is voor de periode 1 fe
bruari tot en met 31 december 1973 een subsidie toe te kennen. Voor de
volgende jaren zou deze kwestie dan weer bekeken kunnen worden. Men
bindt zich niet langer dan voor het jaar 1973.
Het lid VAN HOOF vindt het voorstel tot het verlenen van een subsi
die aan de Werkgroep Peuterspeelzaal een belangrijke zaak. Hij heeft
alle lof voor het genomen initiatief en de werkzaamheden in deze, maar
vindt een subsidie van 3*200,voor de op te richten peuterspeelzaal
een aanzienlijk bedrag. Wanneer men dit bedrag ziet dan vraagt men zich
af of de post: "Vergoeding assistentie moeders" niet zou kunnen verval
len. Hij is van mening dat hier meer pro deo gedaan moest worden. Op
de staat, behorende bij de brief van de Vereniging van Nederlandse Ge
meenten d.d. 19-12-1972, heeft hij gezien dat veel gemeenten kleuter
en speelzalen subsidiëren. Vele gemeenten geven enkel een startsubsidie,
maar niet tot een bedrag van 3.200,Ook had hij graag gezien dat
de ouders van de peuters een bepaald bedrag van bijvoorbeeld ƒ5»
betaalden. Daarnaast zou dan de vergoeding voor de assisterende moeders
moeten vervallen, waardoor het gevraagde bedrag van 3.200,een heel
eind wordt teruggebracht. Hij is van mening dat het gemeentebestuur
niet moest subsidiëren tot een bedrag, gelijk aan het nadelig saldo
om derhalve de boel sluitend te maken. Hij stelt voor een startsubsidie
van 1.000,toe te kennen.
Het lid VAN ROOIJEN kan de woorden van het lid van Hoof onderschrij
ven. Het betreft hier een particulier initiatief ten behoeve van de op
voeding van het kind in een zeer jong stadium, waarin dit kind nog sterk
aan het gezinsleven gebonden is. Hij is van mening dat er perken ge
steld moeten worden waar de gemeente de gelden brengt. Hij wil niet stel
len dat er geen subsidie gegeven moet worden. Hij ziet er een gevaar
inzitten dat deze peuterspeelzaal uitgroeit tot een crèche, waar de
moeders, die uit werken gaan, hun kinderen brengen. Aan deze peuter
speelzaal zit, volgens hem, ook een goede zijde', namelijk het bevorderen
van de gemeenschapszin.
Het lid DE VETH vindt dit een prachtig voorstel. Wat de subsidië
ring betreft sluit hij zich aan bij de opmerkingen van de leden van
Hoof en van Rooijen. Ook hij vindt 3.200,— subsidie een te groot be
drag. Hij is ook de mening toegedaan dat een startsubsidie van 1.000,
hier meer op zijn plaats zou zijn.
Het lid RUBBENS zegt ook te kunnen instemmen met de opmerkingen
van het lid van Hoof, deze zaak betreffende. Ook hij vindt een start
subsidie van 1.000,voldoende.