- 3 -
eigen plaats, er dan aandacht wordt besteed aan de bouw van grotere
woningen en bungalows voor de beter gesitueerden, ook van elders. Hij
zou willen pleiten voor meer gedifferentieerde woningbouw, daar men
anders de pas wordt afgesneden door de omliggende gemeenten.
Het lid KEIJ is het in eerste instantie met het lid Mol eens. Iïij
is van mening dat, wanneer er meer woningen worden gebouwd, deze vooral
zullen worden betrokken door mensen van buiten Oudenbosch. De gemeente
trekt veel mensen van de randstad aan, waardoor ter plaatse een andere
mentaliteit gaat heersen. Hij heeft bezwaar tegen te veel import van men
sen. Hij kan zich wel met het voorstel van burgemeester en wethouders
verenigen, doch zou willen aandringen de vestigingen van buitenaf niet
ongelimiteerd in de hand te werken.
Het lid DE VETH merkt op dat het aantal woningzoekenden eind 1972
neg 282 personen bedroeg. Er worden in de gemeente nog een 100-tal
slechte tot zeer slechte huizen bewoond. Hij informeert of er voldoende
woningen gebouwd worden voor de eigen mensen in Oudenbosch. Is dit
niet het geval dan dient men eerst voldoende woningen te bouwen tot in
de behoefte aan woningen van de eigen inwoners is voorzien. Hij start er
op dat in de eerste plaats woningen worden gebouwd voor mensen uit Ou
denbosch en dan pas voor de mensen, die van elders komen. De sociale
woningbouw mag geen nadelige invloed ondervinden van hetgeen burgemeester
en wethouders voorstellen.
De VOORZITTER merkt op dat de gronden in het bestemmingsplan "Het
Spui" ineens uitgegeven zouden kunnen worden voor het bouwen van woningen
ter plaatse. De gemeente zou zich echter zelf de das omdoen wanneer deze
gronden ineens werden uitgegeven. De opmerking, gemaakt door het lid Mol,
kan hij enkel beamen. Men dient er zeker op te letten dat het karakter
van de plaats bewaard blijft, zowel voor de eigen bewoners als voor
de nieuwkomersHet bericht in de pers is, zoals het lid Kessel opmerkte,
inderdaad op een negatieve wijze overgekomen. Men zou ook kunnen stellen
dat er op de woningbouw een schepje bovenop gedaan wordt. Het college
van burgemeester en wethouders zal inderdaad met deze kwestie een zekere
flexibiliteit betrachten. Het lid Meijers heeft het probleem van de cen
trale voorzieningen, voortvloeiende uit deze woningbouw en de sterke
groei van de gemeente, aan de orde gesteld. Tot op heden heeft het ge
meentebestuur hiermee nog geen enkele moeilijkheid gehad, hoewel men er
inderdaad ,o.og voor moet hebben. Met de gehele presentatie van de gemeente
zullen de centrale voorzieningen aangepast moeten blijven. Het lid van
Rooijen heeft zich afgevraagd of het voorstel van burgemeester en wet
houders niet in tegenspraak is met hetgeen genoemd college bedoelt. Hij
zou willen uitsluiten dat er ongecontroleerd en ongelimiteerd mensen
geïmporteerd worden. Wanneer er wijken met woningen verrijzen, die enkel
een duudere huur moeten opbrengen dan is dit ook geen juist beleid. Er
dient een plan gemaakt te worden, met een meer gedifferentieerde woning
bouw. In het streekplan West-Brabant is Oudenbosch de enige van de om
liggende gemeenten, die een functie als woongemeente heeft toegewezen
gekregen. De opmerkingen, gesteld door het lid Keij,zijn in feite met
bovenstaande uitleg reeds beantwoord. Hij heeft begrepen dat het lid Keij
zich overigens met het voorstel van burgemeester en wethouders kan ver
enigen. Het lid de Veth heeft een opmerking gemaakt betreffende de woning
nood in de gemeente. Wanneer het lid de Veth vraagt of er in de gemeente