- 3 - Het lid VAN HOOF bevreemdt het dat de prijs niet omlaag is gegaan. Het is nu volgens het lid van Hoof min of meer een aardig kunstje. Er is wat met de grond geschoven. Het lid DU PONT merkt op dat bij het ontwerpen van het bestemmingsplan plan de normen voor schoolvoorzieningen veel anders lagen dan nu. Daarom blijkt nu dat het gereserveerde terrein veel te groot is. Zo'n groot ter rein is voor een schoolbestuur een veel te zware last. De VOORZITTER zegt dat het schoolbestuur het aanvankelijk wel heeft geprobeerd om het totale terrein aan te kopen. Planologisch gezien is het, aldus de voorzitter, alleen maar een plus als het terrein onbebouwd blijft. Het lid DU PONT merkt op dat het juister is om de eigendomsrechten precies daar te leggen waar ze thuis horen. Het lid VAN HOOF zegt de uitleg over de ontwikkeling wel te kunnen volgen maar hij blijft het uit een oogpunt van financiering wel betreu ren, waarop de voorzitter opmerkt dat het schoolbestuur toch veruit het grootste gedeelte van het beschikbare terrein in eigendom neemt. Voorts merkt het lid VAN HOOF op dat systeembouw te dure bouw is. Deze gang van zaken moet in het vervolg voorkomen worden. Bij hefc mede werking verlenen in principe zou moeten worden bepaald dat de gemeente zelf bouwt. Het lid DU PONT zegt dat deze beslissing ligt bij het schoolbestuur. De gemeente kan wel beperkingen opleggen ten aanzien van de aanbesteding. Het lid KEIJ merkt op dat systeembouw min of meer uit nood is geboren en dat men daar over het algemeen aardig van heeft geprofiteerd. Het lid KESSEL vraagt of deze bouw door Basto niet teveel in het experimentele vlak ligt? Als er nu eens kinderziekten optreden, wat dan? De VOORZITTER antwoordt dat de hele ontwikkelingen van het Basto- bedrijf toch wel een voldoende waarborg mag zijn. Het lid VAN HOOF merkt op dat voor inrichtingskosten slechts een ra ming zonder begroting is opgenomen. Bovendien acht hij de raming laag. Het lid DU PONT antwoordt daarop dat de raming is gebaseerd op de normen van de inspectie. Het lid DE HAAS merkt op dat hij met hetgeen in het preadvies staat vermeld over de semi-permanente lokalen bij de Sparrenstraat niet erg gelukkig is. De VOORZITTER antwoordt dat daarmede is bedoeld, dat zodra het leer lingenaantal zodanig is teruggelopen dat alle leerlingen onderdak kun nen vinden in de permanente scholen de semi-permanente lokalen aan de Sparrenstraat kunnen verdwijnen. Wat er dan met die lokalen wordt gedaan, zal dan worden bezien. Het zou mogelijk zijn dat ze elders weer dienst kunnen doen. Het lid VAN HOOF vraagt naar het aantal te verwachten leerlingen. De VOORZITTER antwoordt dat dit onderzocht wordt door de inspectie tegen de achtergrond van de behoefte en dat bovendien in het structuur plan hierover enige prognose is te vinden. Tenslotte wordt zonder hoofdelijke stemming het voorstel aanvaard, waarvoor de voorzitter de leden dank zegt.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1973 | | pagina 54