- 4 -
schappen en de Volkshogeschool in Noord-Brabant hebben de andere in
stellingen een nationaal karakter. Subsidiëring van deze nationale ver
enigingen vonden burgemeester en wethouders niet op de weg van de ge
meente liggen.
Het lid VAN HOOP zegt zich in principe bij de woorden van het lid
de Veth aan te sluiten. Als gemeente zou hij toch sympathiek tegenover
genoemde stichtingen willen staan en derhalve aan elke stichting een
bedrag van 50,of 100,als subsidie willen toekennen.
De VOORZITTER merkt op gezegd te hebben dat subsidiëring van deze
landelijk, algemeen werkende instellingen niet op het terrein van de ge
meente ligt, maar meer tot de rijkstaak behoort. Van het alsnog subsi
eren van bedoelde instellingen kan een voorstel gemaakt worden.
Het lid VAN HOOF stelt voor aan de Nier-stichting Nederland en de
Nederlandse Hartstichting elk een sympathiebedrag van 100,toe te ken
nen. De R.K. Matigheidsbeweging Sobriëtas tracht niet enkel alcohol-mis
bruik te voorkomen, maar gaat ook, zoals hij vorig jaar al heeft gesteld,
het druggebruik tegen. Hij vindt dit toch wel een goede zaak. Ook ver
strekt deze instelling gespreksstof voor de leerkrachten, deze materie
betreffende. Hij vindt deze matigheidsbeweging toch wel belangrijk werk
verrichten.
Het lid BROUWERS is van mening dat men in Nederland toch al zo
ver gevorderd is dat deze instelling niet op deze manier gesubsidieerd
moet worden. Wanneer men steeds met dergelijke kleine bedragen deze
instellingen gaat financieren, dan weet men niet waar men blijft.
Het lid VAN ROOIJEN dacht dat men in deze een zekere prioriteit
moest betrachten. Hij is van mening dat op het ogenblik de hart- en
vaatziekten en kanker de volksziekten nummer één zijn. Aangaande de
subsidiëring van eerdergenoemde twee instellingen kan men twee dingen
stellen, namelijk: wanneer met dergelijke kleine bedragen wordt gesub-
sidiëerd dan is dit eigenlijk water naar de zee dragen en men kan een
klein subsidiebedrag toekennen met de bedoeling een soort actie te
ontketenen om de rijksoverheid op deze kwestie te attenderen.
DE VOORZITTER merkt op dat voor deze instellingen al op velerlei
terrein wat gedaan wordt. De burgers kunnen hun bijdragen ook zelf ten
gunste van deze stichtingen overmaken.
Het lid DE VETH merkt op dat, als alle gemeenten aan de Nier-stich
ting Nederland en de Nederlandse Hartstichting 100,— subsidie toe
kenden, dit bij elkaar toch een heel bedrag zou zijn. Hij vraagt zich
af waarom alleen het rijk voor deze subsidiëring op moet draaien. Hij
stelt voor aan de Nierstichting Nederland en de Nederlandse Hartstich
ting alsnog elk 100,— subsidie te verlenen.
De VOORZITTER brengt het voorstel van het lid de Veth in stemming
en gaat tot hoofdelijke stemming over.
De loting wijst aan dat het lid KESSEL (nr. 10 van de presentie
lijst) als eerste stemt.
De uitslag is als volgt:
v<5<5r het voorstel van het lid de Veth stemmen de leden,
van Rooijen, Lips, van den Bosch, de Veth, de Haas, Meijers en van Hoof.
Tegen genoemd voorstel stemmen de leden:
Kessel, du Pont, Mol, Brouwers, Keij en Brouwers.
Het voorstel van het lid de Veth is dus met 7 stemmen voor en 6