gemeente oudenbosch
Si?*».
JAAROVERZICHT 1972, UITGESPROKEN DOOR DE BURGEMEESTER VAN OUDENBOSCH IN
DE RAADSVERGADERING VAN 18 JANUARI 1973.
Inleiding
Graag wens ik u, om te beginnen, een zeer voorspoedig nieuwjaar toe.
Over uw hoofden heen en mede namens u, wens ik hetzelfde aan al onze bur
gers. Elk nieuw jaar heeft veel van het oude, er is lief en leed, er is
voorspoed en tegenslag. Het heeft op zichzelf weinig zin om te wensen dat
tegenslagen ons bespaard blijven, of dat alleen voorspoed ons deel zal
zijn; wat gebeuren moet, gebeurt toch, daaraan valt niet te ontkomen.
Maar het is wel bemoedigender om van een nieuw jaar bij voorbaat niet alleen
rampspoed te verwachten.
Het lot van de wereld hebben wij hier niet in handen, evenmin dat
van Nederland of van de provincie Noord-Brabant. Maar in Oudenbosch en
onmiddellijke omgeving kunnen we wel onze invloed uitoefenen. Onze goede
voornemens en ons wijs beleid kunnen de welvaart en het welzijn van de
mensen in dit beperkte gebied wel degelijk bevorderen. In het achter ons
liggende jaar is dat naar mijn oordeel weer duidelijk gebleken.
Algemene terugblik op 1972
Ik durf stellen dat onze gemeente zelden in zijn historie een met
zoveel goeds gevuld jaar heeft mogen meemaken. Uit de historie komen vaker
de magere dan de vette jaren bovendrijven. We mogen 1972 gerust een vet
jaar noemen. Op alle denkbare terreinen zijn grote dingen te melden.
Het Kroonprinselijk paar vereerde Oudenbosch, althans een zijner
gerenommeerde boomkwekerijen, op 8 juni met een bezoek en op 6 oktober
kwam prins Claus terug om de nieuwbouw van Hunter Douglas te openen.
Een open wielerbaan gedeeltelijk een overblijfsel uit een roemrijk
verleden, opende op 1 mei triomfantelijk zijn poorten.
Een nieuw gemeentehuis werd op stapel gezet en in het bestek van
precies één jaar gebouwd, in gebruik genomen, feestelijk geopend en vreugde
vol aan iedereen getoond.
De woningbouw bereikte, zoals aanstonds nader zal blijken, een tot
dusver ongekende hoogte. Mede als gevolg daarvan, was de bevolkingstoe
name van ongekende omvang.
Een heuse Franse Week van 8 tot 16 september met een enorm gevari
eerd programma en een Braderie tot besluit, sloeg alles wat tot dusverre
aan Middenstandsactiviteiten (overigens met medewerking van vele anderen)
ontplooid was.
Tot slot van deze lijst van meest memorabele feiten: We konden onze
hoofdverkeersader een geheel nieuw aanzien geven, hetgeen een gecompli
ceerd, maar efficiënt en snel uitgevoerd karwei bleek te zijn.
Het meest trieste maatschappelijke feit was de sluiting op 15 oktober
van het Confectiebedrijf VENECO, jarenlang een der na-oorlogse industrie-
vestingen waar we trots op waren.
Ruim 200 medewerkers kwamen op straat te staan. Vertwijfelde reddings
pogingen van een aantal van hen mislukten jammerlijk. Een zekere troost
ligt in het feit dat een groot deel, met name van het uitvoerend personeel,
inmiddels elders aan het werk kon. De fabrieksgebouwen stonden intussen de
rest van het jaar leeg.