- 4 - het wel noodzakelijk is dat er voor de te rooien bomen nieuwe in de plaats komen. Deze wegbeplanting kost de gemeente altijd nog 4.175>28. Hij vindt dit een heel bedrag en zag voor dit geld liever een betere ver lichting aangebracht in de Jan Teunisstraat. Hij zegt tegen dit voor stel te zijn. De VOORZITTER antwoordt dat de te planten bomen geen schade aan de gewassen van bedoeld tuindersbedrijf veroorzaken. Deze bomen zijn aanmer kelijk kleiner dat de aanwezige populieren en de wortels groeien recht naar beneden in plaats van opzijDe hinder van deze aan te brengen be planting zal minimaal zijn. Men kan toch niet alle bomen in de buitenwij ken der gemeente wegdenken. Het lid DU PONT merkt aangaande het verlichtingsprobleem op, dat in de volgende vergadering van de commissie voor openbare werken een verlich tingsplan ter sprake zal komen. Ook de Jan Teunisstraat is in dit plan opge nomen Het lid VAN HOOP zegt zich aan te willen sluiten bij hetgeen door het lid de Veth is opgemerkt. Het lid du Pont heeft gesteld dat de ver lichting in de Jan Teunisstraat er wel zal komen, doch hij kan zich niet indenken dat er daarom ook bomen ter plaatse moeten worden geplant. Het lid DU PONT is van mening dat ook de verfraaiing van het land schap een rol in deze speelt. Het is, volgens hem, niet denkbaar dat de buitenwijken der gemeente uit één kale vlakte zouden bestaan. Mogelijk krijgt de gemeente ter uitvoering van dit object nog rijkssubsidie. Hij zou de bomen in genoemde buitenwijken, ondanks de geringe overlast, toch niet helemaal willen laten verdwijnen. Het lid VAN HOOF merkt op dat de gemeente ter uitvoering van dit object een subsidie van het rijk zal ontvangen. Bij aftrek van deze subsidie blijft er voor de gemeente altijd nog een kleine 4.200, voor dit beplantingsplan te voteren. Wanneer er voor de te rooien bomen geen andere beplanting terugkomt dan blijft er, volgens hem, toch nog voldoende groen in bedoelde omgeving over. Het lid VAN ROOIJEN zegt dat er steeds meer bomen gaan verdwijnen tengevolge van bepaalde landbouwmethoden. Momenteel komt men daar toch weer van terug. Hij zou deze zaak serieus willen bekijken en voor de ge hele gemeente een beplantingsplan op doen stellen. Het naar voren ge brachte punt van de verlichting zou hij hier nu niet ter sprake willen brengen, daar dit een geheel andere kwestie betreft, Het punt van herbe planting van de Jan Teunisstraat en Oudlandweg vindt hij toch wel van belang. Het lid RUBBENS merkt op dat de Oudlandweg een smalle, kromme weg is. Ter plaatse zijn en komen er genoeg kwekerijen, zodat daar groen ge noeg is. Door herbeplanting van deze Meg wordt het hier voor het verkeer nog gevaarlijker. Hij zou het planten van bomen in deze kromme weg zo veel mogelijk willen beperken, teneinde ter plaatse ongelukken te voorkomen. De VOORZITTER antwoordt dat het gedeelte van de Oudlandweg, waar de nieuw te planten bomen komen, een recht stuk weg is. Het lid VAN HOOF merkt op dat het lid Rubbens heeft gezegd dat er in de Oudlandweg steeds meer kwekerijen komen, zodat ter plaatse genoeg groen aanwezig is. Mocht het aanbrengen van verlichting in bedoelde wegen be langrijker zijn dan zou ook hij eerst deze verlichting willen aanbrengen en daarna pas tot het planten van bomen overgaan. Hij zegt niet voor het

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1973 | | pagina 116