Het lid DE VETH is het met de mening van het lid van Hoof in deze eens. Hij vraagt zich ook af waarom de middenstand en het bankwezen met 3 leden in de inspraakcommissie vertegenwoordigd moeten zijn. In Ouden bosch zijn toch nog wel andere standorganisaties, welke niet in deze inspraakcommissie vertegenwoordigd zullen zijn. Het lid KEIJ is van mening dat die organisaties, waarvan de be langen bij het te ontwerpen bebouwde komplan het meest op het spel staan, ook het meest vertegenwoordigd moeten zijn in de in te stellen inspraak commissie. Het gaat hier voornamelijk om de middenstand. De VOORZITTER antwoordt dat het in dit geval enkel een kwestie van inspraak is. De uiteindelijke beslissing berust bij de raad. Voor het commerciële—financiële aspect van deze zaak dachten burgemeester en wet houders dat het toch wel juist was de vertegenwoordiging van de midden stand en het bankwezen in de inspraakcommissie burgerij op 3 leden te stellen. De middenstand en het bankwezen is samengetrokken én zodoende heeft het college van burgemeester en wethouders gedacht dat deze groe pering toch wel met 3 leden in eerdergenoemde commissie vertegenwoor digd mag zijn. Tenslotte raakt de opstelling van een bebouwde komplan deze groep het meest hun zakelijke belangen. Het N.K.V. is de grootste vakorganisatie en daarom is verzocht één lid uit hun midden aan te wij zen, dat zitting wil nemen in de in te stellen inspraakcommissie. Voor de onderwijsinstellingen St. Louis en St. Anna, alsmede voor het kerk bestuur spelen ook bepaalde belangen bij de opstelling van het komplan. Voor eventuele bestemming van de aan deze instellingen in eigendom toe behorende gronden dienen zij toch van meet af aan inspraak te hebben. Het college van burgemeester en wethouders heeft in eerste instantie wel gedacht het Maatschappelijk Centrum Oudenbosch in de inspraakcommissie te doen vertegenwoordigen. Men is toen het lijstje van instellingen, die voor eventuele vertegenwoordiging in de inspraakcommissie in aanmerking kwamen, nagegaan en toen tot de conclusae gekomen dat vertegenwoordiging door het Maatschappelijk Centrum Oudenbosch in de inspraakcommissie bur gerij niet meer nodig was. Wat de beoordeling van het te ontwerpen kom plan door een onafhankelijke stedebouwkundige betreft merkt hij op dat, wanneer deze zaak rond is, het plan voorgelegd kan worden aan een onaf hankelijk deskundige. Het lid VAN ROOIJEN vindt de inspraak van het opbouworgaan in deze toch belangrijker dan dat van de vakbond. De inspraak door een vertegen woordiger van de plaatselijke vrouwenorganisaties vindt hij goed. Hij vraagt zich af of de vertegenwoordiging van het lid van het N.K.V. niet geruild kan worden tegen een vertegenwoordiger van het Maatschappelijk Centrum. Hij vraagt zich af wat het N.K.V. in deze inspraakcommissie nu moet zeggen. De VOORZITTER antwoordt dat het Maatschappelijk Centrum in eerste instantie ook op de lijst van vertegenwoordigers in de inspraakcommissie burgerij voorkwam. Persoonlijk vindt hij het Maatschappelijk Centrum ook een belangrijke instelling. Het lid LIPS vindt de vertegenwoordiging van het N.K.V. xn de in spraakcommissie zeker op zijn plaats. Het N.K.V. geeft een goede voor lichting op het gebied van de consumentenbelangen. Het lid VAN HOOF merkt op dat de vertegenwoordiging van het N.K.O.V. in de inspraakcommissie burgerij zal bestaan uit 3 leden. Men gaat zich afvragen voor wie het bebouwde komplan wordt ontworpen; voor

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1973 | | pagina 10