- 11 - Het lid MEIJERS vindt dit een goed preadvies met een behoorlijke toelichting. Deze gemeenschappelijke regeling is een goede zaak. Hij juicht dit voorstel van harte toe en hoopt dat de sub-regionale W.S.W.- commissies snel van de grond zullen komen en dat er een goede samenwer king zal zijn. Hij had graag een nadere uiteenzetting hoe dit alles in de toekomst gaat werken. Het lid BROUWERS zegt dat de werkzaamheden van de plaatselijke W.S.W.-commissies al van langere duur zijn. De commissie wordt gevormd door de wethouder van Sociale Zaken, een afgevaardigde van de vakbond en de rijksconsulent. De aan te sluiten gemeenten gaan in breder ver band op dit terrein samenwerken en elke gemeente kan een lid in het be stuur zitting doen nemen. Dan wordt het algemeen bestuur gevormd. Daar naast zullen nog bestaan de commissies voor de zogenaamde werkplaatsob jecten, namelijk in Bergen op Zoom, Roosendaal en Rucphen. De subregio's zullen ook vertegenwoordigd zijn in de commissie voor het beheer van de werkverbanden "handarbeiders buitenobjecten". Tot de instelling van deze subregio's is nog niet besloten, doch dat deze er komen staat vast. Hij dacht niet dat het ging om het feit om met een aantal gemeenten bij el kaar te gaan zitten om deze zaak goedkoper te maken; want deze regeling gaat meer kosten dan voorheen het geval was. Het lid VAN ROOIJEN vindt deze regeling een goede zaak, zeker na de uiteenzetting door het lid Brouwers. Wat hem vooral aanspreekt is het feit dat hier een duidelijk voorbeeld ligt van schaalvergroting qua or ganisatie tegen verkleining wat betreft de intermenselijke contacten. De kleine gemeenschap heeft tot op heden altijd haar nut bewezen door de intermenselijkheid. Hij vindt dat deze regeling prachtig in elkaar zit en zou wensen dat er zo meer in regioverband gedacht en gewerkt werd ten aanzien van andere, wellicht nog belangrijkere zaken. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen, 20. Voorstel tot beschikbaarstelling van een crediet terzake van de verbouwing en verbetering van het "Vormingscentrum voor Jongeren"/61e wijziging gemeentebegroting 1972. Het lid MEIJERS zegt naar aanleiding van het voorliggend preadvies enkele vragen en opmerkingen te hebben. In het voorstel staat te lezen dat reeds geruime tijd enige houten vloeren in een zeer slechte staat verkeren. Hij informeert hoe lang reedB geruime tijd is. Hij informeert of er met het schoolbestuur nooit contacten zijn geweest en er van ge meentewege eens poolshoogte is genomen naar de toestand van bedoelde school. Hij vraagt of het burgemeester en wethouders bekend is of er nog meer achterstallige onderhoudswerken verricht moeten worden. De VOORZITTER antwoordt dat bedoeld schoolgebouw eigendom van de gemeente is. De houten vloeren zijn al een hele tijd slecht. Aan het schoolgebouw behoeft niets anders te gebeuren dan nu wordt voorgesteld. Het lid MEIJERS merkt op dat ingevolge het huurcontract de kosten van het volledige onderhoud voor rekening van de huurder zijn en dat de huurder verplicht is het noodzakelijke onderhoud te plegen. De VOORZITTER zegt dat dit nog de vraag is. Het plegen van onder houd werd doorkruist door de plannen van het schoolbestuur, dat bedoeld

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1972 | | pagina 75