165.000,sluitend gemaakt moest worden, alsmede met de wetenschap
dat in verband met het bejaardencentrum "De Zellebergen" de gemeente
moest rekenen op een bijdrage van enkele tonnen. Hij zegt bij de alge
mene beschouwingen bij het aanbieden van de begroting 1972 zijn twijfel
te hebben uitgesproken over het aanwezig zijn van dekkingsmiddelen voor
de bouw van het gemeentehuis. Het moet nu duidelijk zijn dat van het re
kensommetje, dat toen door het college van burgemeester en wethouders werd
aangevoerd, nu helemaal niets meer klopt. Hij zegt zijn betoog over deze
rekening en al wat er mee samenhangt onnodig lang te kunnen maken. Zijn
conclusie zal uiteindelijk toch hierop neerkomen dat het beleid in 1970
geen goed financiëel-economisch beleid is geweest en dat de uitkomst van
dit beleid het college van burgemeester en wethouders niet het recht gaf
de raad optimistisch tegemoet te treden, vooral met name ten aanzien van
de bouw van het nieuwe gemeentehuis. Hij zegt bij de algemene beschou
wingen bij de behandeling van de gemeentebegroting 1972 de uitdrukking
te hebben gebruikt: "Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald".
Thans is het zover dat er ten hele wordt gedwaald. Er is geen weg meer
terug dus artikel 12-gemeente worden is onherroepelijk het gevolg: on
der voogdij komen van provincie en rijk onvermijdelijk. Dit is dan uit
eindelijk het gevolg van het gevoerde beleid van de laatste jaren. Hij
is voorts gestuit op de post schade aan de riolering, veroorzaakt door
de Verzinkerij West-Brabant ad 7.000,Sinds oktober 1971 is hierop
geen enkele reactie meer geweest, noch van de zijde van de gemeente, noch
van de zijde van betrokkene. Hij komt nog even terug op het feit van de
credietbewaking. Het is voor de raad van het grootste belang dat hij
up to date geïnformeerd is over de financiële situatie van de gemeente,
wil hij verantwoord bepaalde credieten goedkeuren. Hij merkt nog op dat
de raad nu pas, sinds vorige maand, kennis heeft kunnen nemen van het
financiëel beleid over 1970.
Het lid MEIJERS zegt niet zo diep in deze materie te duiken als
zijn fractiegenoot, het lid van Hoof. Ook hij vindt de tijd van voorbe
reiding van behandeling van de rekening 1970 in verband met de vakantie-
tijd te kort. In grote lijnen is hij het met het betoog van het lid van
Hoof eens. Destijds werd gesteld dat bij de votering van de credieten
voor de bouw van het nieuwe gemeentehuis de benodigde dekkingsmiddelen
aanwezig waren. Dit alles is nu in het nauw gekomen. Hem is ter ore ge
komen dat de besturen van verenigingen, die naar de gemeente Putte gaan,
een bepaalde subsidie krijgen. Hij informeert of dit inderdaad het ge
val is.
De VOORZITTER antwoordt dat het inderdaad zo is dat de begroting
sluitend was. Wanneer men even teruggaat naar de rekeningen van de laatste
jaren, dan kan hij met recht zeggen met enig optimisme de behandeling
van de rekening 1970 tegemoet te hebben gezien. In 1966 was er een aan
zienlijk tekort op de rekening. De volgende jaren vertoonden de reke
ningen telkens kleinere tekorten, doordat veel scherper werd begroot.
Bij een "omzet" van miljoen gulden kunnen altijd afwijkingen voorkomen.
Een bedrag van 148.000,is toch maar 2$ van deze miljoen gulden.