- 8 - enkele maanden geleden gekocht. De notariële akte van overdracht van deze eigendom is wel in concept gereed, maar nog niet officieel gepas seerd, De koopsom is voldaan. In die akte van eigendom was, zoals ge bruikelijk, een bouwpiicht bedongen. Aan de verplichting tot bebouwing van het perceelsgedeelte, waarop het bedrijf stond, hetgeen door brand is vernietigd, was voldaan en NVJongmans Vleeswarenbedrijf zou deze grond dus gewoon kunnen verkopen. Op het perceel, dat in tweede instan tie aan genoemde 1T.V. is overgedragen, was men met een uitbreiding van het bedrijf bezig. De N.V. zou zich kunnen beroepen op een duidelijke vorm van overmacht. Hu de N.V. na de brand om bedrijfseconomische re denen van herbouw van het bedrijf wenst af te zien hebben burgemeester en wethouders gezegd dat de N.V. niet enkel de twee in eigendom zijnde percelen mag verkopen zodat dan de gemeente met het in optie gegeven perceel blijft zitten, maar hebben gesteld de bepaling van de bouwpiicht te laten vervallen als genoemde R.V. ook het nog in optie gegeven per ceel, ter grootte van 1220 m2, aankoopt. Wanneer de N.V. destijds het gehele terrein ter grootte van 5991 m2 had aangekocht dan was men ook overal vanaf geweest, want aan de bouwpiicht was dan voldaan. Er is gesteld dat, ter besparing van notariskosten, de N.V. de gelegenheid wordt gegeven tot 1-1-73 een gegadigde voor het gehele terrein te vinden aan wie dan rechtstreeks deze grond verkocht kan worden. De bestemming blijft evenwel gehandhaaft. Het lid VAN HOOF vraagt of bedoeld perceel dus een stuk industrie terrein wordt waarop geen bouwpiicht rust. De VOORZITTER antwoordt dat dit inderdaad het geval is. Tot 1-1-73 heeft genoemde N.V. de gelegenheid het gehele terrein door te verkopen. Slaagt de N.V. hierin niet dan moet zij het resterende gedeelte van het terrein, dat nog in optie is, aankopen en later het gehele perceel weer zien door te verkopen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 14. Voorstel tot 91e wijziging van de gemeentebegroting 1971. Het lid VAN HOOF informeert of er haast is bij dit voorstel. De VOORZITTER antwoordt dat het verstandig zou zijn om voor 30-6- 72 formeel een beslissing op dit voorstel te nemen. Het lid VAN HOOF zou willen voorstellen met de beslissing op dit voorstel te wachten tot de volgende vergadering. Het gaat niet enkel om de financiële gevolgen, veroorzaakt door de ingebruikneming van het bejaardencentrum "De Zellebergen"maar om een algehele aanpassing. De VOORZITTER antwoordt dat de leden van de raad altijd het recht hebben om bij de behandeling van de rekening te concluderen of een aan tal posten niet eerder gewijzigd hadden moeten worden. Van Gedeputeerde Staten zijn al eerder aanmerkingen gekomen dat men met de wijzigingen te laat was. Het lid VAN HOOF merkt op dat de slotwijziging toch meestal aan de orde komt bij de behandeling van de rekening. De VOORZITTER antwoordt dat deze discussie bij de behandeling van de rekening aan de orde kan komen. Aan de zaak verandert er niets, daar deze wijziging toch een keer vastgesteld moet worden. Bij de behandeling van de rekening kan men hierop altijd terugkomen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1972 | | pagina 60