- 6 -
wagenbewoners niet geïsoleerd leven. Ook zit men vast aan de diverse
nutsvoorzieningen. Zodoende is men terecht gekomen op het terrein aan
de Galgestraat, temeer daar ter plaatse al standplaats door woonwagens
werd ingenomen. Tevoren hebben zich nooit moeilijkheden voorgedaan. De
mogelijkheid om het woonwagencentrum te verplaatsen zit er niet in.
Het lid VAN ROOIJEN merkt op dat het hier een klein woonwagenkamp
betreft, hetgeen min of meer als tijdelijke pleisterplaats dienst doet.
Dit woonwagencentrum is meer een doorgangskamp. Het is dus niet mogelijk
ter plaatse een soort bedrijfsterrein van schroot in te richten.
De VOORZITTER antwoordt dat de gemeente maar een kleine oppervlakte
heeft. Zodoende zit men aan deze plaats vast.
Het lid VAN HOOF kan akkoord gaan met de gedane toezeggingen en
verwacht dat op korte termijn iets aan deze kwestie gedaan wordt.
De VOORZITTER antwoordt dat alles gedaan wordt om zo spoedig moge
lijk tot een oplossing te komen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
19. Voorstel tot 17e wi.iziging van de Algemene Politieverordening.
Het lid DE VETH dankt het college van burgemeester en wethouders
voor dit voorstel tot wijziging van de Algemene Politieverordening.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
20. Rondvraag.
Het lid RUBBENS zegt benaderd te zijn door bewoners van de wijk
Oudland, die klaagden over de organisatie bij de te houden wielerronden
ter plaatse. Op 2 en 9 april 1972 zijn op het parcours Oudland wieler
wedstrijden verreden. De bewoners ter plaatse hadden veel overlast van
bezoekers van deze wielerronden. De mensen hebben geen bezwaar tegen de
wielersport op zich, maar wel tegen het feit dat het toezicht ontbreekt.
Hij vindt het veroorzaken van overlast voor de omwonenden van het par
cours vervelend.
De VOORZITTER merkt op dat men voor deze kwestie eigenlijk een be
roep moet doen op de rijkspolitie. Bij de gemeente is tot dusverre nog
geen enkele klacht over de te houden wielerwedstrijden binnengekomen.
Hij raadt de bewoners ter plaatse aan in voorkomende gevallen de poli
tie te bellen.
Het lid BRAAT zegt al meer aandacht te hebben gevraagd voor verho
ging van het presentiegeld. Ook nu zou hij een lans willen breken om
het presentiegeld op te trekken tot bijvoorbeeld 50,Door het vele
werk, dat een raadsvergadering de laatste tijd met zich brengt, is men
zeker twee avonden kwijt om zich voor de vergadering goed voor te berei
den. Voor de toekenning van het presentiegeld zal, dacht hij, wel een
bepaalde norm zijn. Mocht dit echter niet het geval zijn dan zou hij
willen verzoeken deze vergoeding op te trekken tot bijvoorbeeld 50,
per vergadering.
De VOORZITTER antwoordt dat artikel 60 van de Gemeentewet bepaalt
dat de leden van de raad, waar en voor zover de raad het bepaalt, voor
het bijwonen van zijn vergaderingen en van vergaderingen van de aide
lingen van de raad een vergoeding genieten, waarvan het bedrag door Ge-