- 5 - ting momenteel aan huisvestingskosten kwijt is. Op dit moment roept het raadsvoorstel bij hem twee knelpunten op, namelijk het wegstrijken van de tekorten over de jaron 1970 on ,971 -n do huisvesting van de school,, La ter komen hierbij misschien nog kosten voor meubilair en dergelijke. Het lid VAN HOOF merkt op dat de exploitatierekening 1971 reeds op 31—1—72 is ingezonden. De exploitatierekening 1970 werd op 2-6-71 toe gezonden. Hij snapt niet goed waarom het ontstane tekort over het jaar 1970 nu pas aan de orde wordt gesteld. De VOORZITTER antwoordt dat burgemeester en wethouders niet op elk gewenst moment in de gelegenheid zijn geweest met het schoolbestuur over deze kwestie contact op te nemen Tussen de ene bespreking en de andere ligt soms een tijdverschil van maanden. Hij wil niet ontkennen dat burge meester en wethouders al geruime tijd op de hoogte waren dat er een te kort over het jaar 1970 was. Het lid VAN HOOF merkt op dat, wanneer het tekort over het jaar 1970 reeds in 1971 aan de orde was gesteld, er toen misschien al aanlei ding was geweest de huidige subsidieregeling te wijzigen. De VOORZITTER antwoordt dat met deze kwestie van de kant van bur gemeester en wethouders niet de minste haast is gemaakt. Het college van burgemeester en wethouders heeft daarom zolang gewacht, totdat het hele pakket voorgelegd kon worden. Men heeft gemerkt dat de school met toe passing van de subsidieregeling van 1968 niet rond kan komen. Het lid VAN HOOF zou, alvorens de nieuwe subsidieregeling vast te stellen, graag eerst meer informatie krijgen over de verhouding salaris sen en lesgelden. Het lid BRAAT merkt op~dat men weer verzeild is geraakt in het oer woud van subsidies, met alle,;.complicaties van dien. Het werk van de Stichting School voor Amateuristische Kunstbeoefening wil hij positief beoordelen. De moeilijkheid is, volgens hem, om dit goed te beoordelen, de vraag: hoe zijn deze .tekorten ontstaan en zijn deze terecht ontstaan? Dit is altijd een moeilijk punt. Hetzelfde geldt voor de Stichting Maat schappelijk Centrum. Hij is het wat dit raadsvoorstel betreft met de le den Meijers en van Hoof eens. Ook hij heeft moeite om achteraf nog te korten door middel van subsidies glad te strijken. Hij dacht dat het misschien verstandiger was om het percentage van de opbrengst der les gelden te verhogen en de subsidie in de kosten van salarissen en soci ale lasten op 50$ te houden. De subsidie betreffende de opbrengst der lesgelden zou hij willen stellen op 40Door toepassing van deze per centages komt men op een zelfde bedrag uit. Het uigangspunt vindt hij dan ook reëler. Hij zou de voorgestelde nieuwe subsidieregeling als volgt willen wijzigen: 50$ in plaats van 65$ in de kosten van salarissen en sociale lasten en 40$ in plaats van 20$ van de ontvangen lesgelden. In wezen maakt dit geen verschil, doch het uitgangspunt vindt hij dan betero Hij zag de in het preadvies genoemde percentages graag gewijzigd, als door hem werd voorgesteld. Het lid VAN ROOIJEN informeert of de Stichting Katholieke School voor Amateuristische Kunstbeoefening nog uit andere hoofde subsi die ontvangt, bijvoorbeeld van het rijk. Wanneer dit niet het geval is, is deze mogelijkheid dan onderzocht? De VOORZITTER antwoordt dat de School voor Amateuristische Kunstbe oefening subsidie ontving van het ministerie van Cultuur, Recreatie en

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1972 | | pagina 22