- 5 -
Onderwijs
Op dit terrein zijn in 1971 geen spectaculaire dingen te vermel
den. Het aantal leerlingen op alle scholen ter plaatse breidt zich nog
steeds uit, hoewel bij kleuter- en basisonderwijs, vanwege de terug
loop der geboortecijfers een stabilisatie kan worden waargenomen. Toe
name in leerlingentallen kunnen worden geconstateerd bij MAVO en HAVO,
Atheneum. Het totaal aantal leerlingen bij alle onderwijsvormen teza
men bedroeg op 31 december 5339 (vorig jaar 5303).
Een ernstige teleurstelling was dat de nieuwbouw voor het Thomas More
College, in 1971 serieus verwacht, toch nog niet van start kon gaan.
De onderwijsvoorziening in Velletri zal in 1972 nader onze aandacht
vragen. Een tijdelijk lokaal extra zal voor De Bukehof met ingang van
het schooljaar '72-'73 nodig zijn.
Regionale samenwerking.
De goede geest van samenwerking in de Regio Roosendaal was ook in
1971 aanwezig. Het 5-jarig bestaan werd herdacht met op korte termijn
het vooruitzicht van een werken in nog groter verband in het in leven
te roepen streekgewest Westelijk Noord-Brabantsamen te stellen uit
de Regio's Bergen op Zoom en Roosendaal. Dit plan is vooral daarom
zo belangrijk, omdat het werd gestimuleerd vanuit bijeenkomsten van
gemeenteraadsleden in beide afzonderlijke regio's.
Het gekrakeel over het ene West Brabant, vooral door de gemeente
besturen van Oosterhout en Etten-Leur het afgelopen jaar sterk gaande
gehouden, mag wat mij, ik dacht ook wat ons betreft, eindigen met de
vaststelling dat een streekgewest Westelijk Noord-Brabant en een
stadsgewest Breda een goede oplossingucor de bestuurlijke organisatie
in West Brabant vormen en dat het nuttig, in een aantal gevallen zelfs noodza
kelijk zal zijn, dat de besturen der beide gewesten, periodiek samen
spraak houden. Overigens doen een aantal mensen net of een taakop
dracht voor gewesten zo maar voor het grijpen ligt en dat die opdracht
in een handomdraai vervuld kan worden. Zowel de taakstelling als de
taakvervulling zijn echter bestuurkundige vraagstukken van de eerste
orde, die met veel wijsheid en beleid opgelost moeten worden. We komen
er echter, naar mijn vaste overtuiging, heus wel uit, als men vooral
van buitenaf niet onnodig zit te dringen of te trachten zijn wil op
te leggen.
De gedachten in ons gebied gaan dus uit naar een streekgewest met
een primaire taak op het gebied van ruimtelijke ordening, infrastruc
tuur, regionale economie - dit alles in grote lijnen - en ook naar het
onderbrengen van een aantal nu afzonderlijk bestaande en bestuurde ge
meenschappelijke regelingen. Door afgevaardigden van de raden in het
hoogste besturende college van het streekgewest op te nemen, zou, een
beetje overdreven gezegd, de democratie zijn intrede in dit geheel
doen. Een en ander zou dan op belangrijke punten een vooruitlopen op
de toekomstige Gewestwet betekenen. In de loop van het jaar zult u er
wel meer over horen.