- 12 - schaffen en het grof vuil enkel op te halen bij diegenen, die verzoeken dit vuil te komen ophalen. Er kan dan gecontroleerd worden of dit ook inderdaad grof vuil is. Men is bezig een systeem te ontwikkelen voor het ophalen van grof vuil. Het lid VAN HOOF zou de suggestie aan de hand willen doen deze regeling over een half jaar opnieuw te bekijken. Mocht dit systeem niet voldoen dan kan men weer terug naar de oude regeling. De VOORZITTER antwoordt dat de huidige regeling bij wijze van proef met ingang van 1-1-73 wordt gewijzigd. Het lid VAN ROOIJEN zegt dat wat de kwestie van verbetering en on derhoud van de achterpaden betreft het lid van Hoof gelijk heeft. De meeste achterpaden zijn bij slecht weer onbegaanbaar. Hij is mede met burgemeester en wethouders van oordeel dat dit een moeilijke kwestie is. Hij informeert vrat er gedaan wordt met de achterpaden in de wijken, die nog gerealiseerd moeten worden. De woningbouwvereniging zou de plicht opgelegd moeten worden voor het onderhoud van de aan te leggen paden zorg te dragen. Dit onderhoud is een taak van de overheid en de woning bouwverenigingen. Van gemeentewege zou een zekere druk uitgeoefend kun nen worden door dit onderhoud bijvoorbeeld te regelen bij de vast stelling van bestemmingsplannen. De VOORZITTER antwoordt dat dit gedaan wordt. Het lid VAN ROOIJEN zegt dat bij punt 18 van de agenda een voor- bereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet Ruimtelijke Ordening is ge nomen. Ook voor het buitengebied dient men bepaalde bestemmingen tegen te kunnen gaan. In de Pagnevaartweg is een boerderij in gebruik geno men als meubelmagazijn. Hij informeert of dit in overeenstemming is met het bestemmingsplan of dat dit illegaal geschiedt. De VOORZITTER antwoordt dat bedoeld pand valt onder de bepalingen van het uitbreidingsplan in hoofdzaak. De bestemming van het buitenge bied is eigenlijk gericht op de agrarische. Wanneer een bedrijfswoning wordt bewoond door een particulier dan kan men daaraan niets doen. Ge steld wordt dat hij de woning moet laten zoals die is. Het lid VAN ROOIJEN dacht dat het meer een principiële zaak was. Het door hem bedoelde geval heeft geen agrarische bestemming. Princi- piëel dient men zich toch te houden aan de plannen, die ter plaatse gelden. Het lid LIPS komt even terug op de aangerichte vernielingen. Hij vraagt of het mogelijk is de gemeentelijke gebouwen van alarminstalla ties te voorzien. Misschien wordt dit een kostbare zaak, aldus spreker, maar vernielingen kosten ook veel geld. De VOORZITTER antwoordt dat deze kwestie door de directeur van het bedrijf gemeentewerken bekeken zal worden. Het lid KEIJ komt eventerug op de kwestie van de achterpaden. Deze paden moeten eigenlijk gedraineerd worden. Het is hier allemaal leemhoudende grond en door de paden te draineren kan het water van deze paden weg. Bestrating van deze paden helpt niet of men moet er riolering bij aan leggen. Op een andere wijze is deze kwestie niet op te lossen. 20. Sluiting. De VOORZITTER sluit de vergadering met gebed. Vastgesteld ter openbare vergadering van 21 december 1972, ïtarisde voorzitter,

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1972 | | pagina 119