-10-
Persoonlijk is hij van mening dat de gemeente bij de beoefening van de
wielersport belang heeft.
Het lid DE WIT zegt begrepen te hebben dat het lid Braat bij het aan
gaan van deze overeenkomst een zekere borgstelling wilde hebben. Hij had
dit ook liever gehad.
Het lid KEIJ informeert of het besluit tot aankoop van grond van de
heer van Zwol d.d. 16-4-70 nu ongedaan wordt gemaakt.
De VOORZITTER antwoordt dat dit besluit gehandhaafd blijft. Gaat het
nu te nemen besluit niet door dan koopt de gemeente enkel de 4500 m2 grond,
zoals omschreven in het raadsbesluit van 16-4-70.
Het lid ACHTERBERG informeert of ook te zeggen is hoe groot het aantal
mensen is dat op de aan te leggen wielerbaan gaat trainen. Hij vraagt of dit
wellicht geënquêteerd is. In de stukken kan hij dit nergens vinden.
De VOORZITTER antwoordt dat met de heren Brouwers en van Honk een bijeen
komst heeft plaatsgehad, waarbij deze heren adhaesie aan het voorgelegde
plan hebben betuigd. Genoemde personen zouden het geweldig vinden als dit
plan in Oudenbosch gerealiseerd kon worden.
Het lid ACHTERBERG informeert naar de diverse mogelijkheden die de aan
te leggen wielerbaan eventueel kan bieden.
De VOORZITTER antwoordt dat de gemeente de grond koopt en deze uitgeeft
in erfpacht. In feite doet de gemeente verder niets, maar krijgt jaarlijks
9rente van 62.600,De andere partij gaat investeren. Het aantal men
sen dat op deze baan gaat trainen is nu niet bekend.
Het lid BRAAT merkt op dat de aanleg van een wielerbaan uit particulier
initiatief is ontstaan. De kosten van aanleg van deze baan zijn aan de hoge
kant. Deze kosten bedragen 60.000,a 70.000,Hij kent de finan
ciële positie van de heer Groen wel niet, maar vraagt zich toch af of dit
alles door genoemde persoon is te realiseren.
De VOORZITTER antwoordt dat dit een kwestie is van elkaar vertrouwen.
Het college van burgemeester en wethouders heeft vertrouwen dat deze zaak
financiëel rond komt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen, onder aan
tekening dat het lid van ELZAKKER tegen dit voorstel is.
21Voorstel tot beschikbaarstelling van een crediet voor de voorbereidingskosten
in verband met de reconstructie van de Molenstraat/78e wijziging gemeente
begroting 1970.
Het lid DE WIT vindt de reconstructie van de Molenstraat absoluut nodig.
Het maken van de kosten van voorbereiding vindt hij niet nodig. Voor het
verrichten van werkzaamheden door de Kon.Ned.Heidemij. is een bedrag van
bijna 15.000,nodig. Hij is van mening dat de gemeente deze werkzaam
heden zelf kan uitvoeren. Hij zegt tegen dit voorstel te zijn.
De VOORZITTER merkt op dat er regelmatig werken uitbesteed moeten worden.
De gemeente heeft hiervoor zelf niet het nodige personeel.
Het lid KEIJ is van mening dat het lid de Wit een factor over het hoofd
ziet. Het personeel van de dienst gemeentewerken is voor het normale onder
houd. De reconstructie van de Molenstraat is niet als normaal onderhoud te
beschouwen.