-5-
De VOORZITTER antwoordt dat bedoelde N.V. op dezelfde basis werkt als
de waterleidingmaatschappij en N.V. Intergas.
Het lid BRAAT vraagt of het Bouwfonds Zuid-Nederland gezien moet worden
als een soort concurrent van het particulier initiatief.
De VOORZITTER antwoordt dat qua doelstelling zekere activiteiten zijn
ontplooid, doch dat deze N.V. geen concurrentie van het particulier initia
tief nastreeft.
Het lid BRAAT vindt het een positief punt dat zowel de financiering als
de bouw door bedoeld fonds begeleid wordt. Deze N.V. mag evenwel geen con
currentie van het particulier initiatief betekenen.
De VOORZITTER vindt het een belangrijke factor dat de burgers van deze
N.V. profijt kunnen hebben bij de bouw van een eigen woning.
Het lid DEKKERS vindt ook een pluspunt het feit dat leningen worden ver
strekt, gelijk aan 90/o van de stichtingskosten van de te bouwen of aan te
kopen woning.
Het lid KEIJ merkt op dat het Bouwfonds Zuid-Nederland niet zelf wonin
gen bouwt, daar dit fonds geen aannemer is. Hij vindt dit fonds een speculant,
daar genoemd fonds huizen laat bouwen en deze dan verkoopt. Op deze manier
is dit, volgens hem, zuiver speculatie.
De SECRETARIS licht toe dat het Bouwfonds Zuid-Nederland maar één doel
heeft, namelijk bevordering van het eigen woningbezit. Naar het voorbeeld
van Limburg wil bedoeld fonds ook bepaalde voordelen bieden aan mensen, die
zelf een woning willen bouwen, Hij vindt dit een prachtige instelling.
Het lid DE WIT zegt dat in 1967 door een aantal gemeenten in Noord-Bra
bant en Limburg de N.V. Bouwfonds Zuid-Nederland is opgericht. Hij informeert
of het gemeentebestuur contact heeft gehad met deze gemeenten.
De VOORZITTER antwoordt dat hij enkele vergaderingen heeft bijgewoond,
waar deze kwestie ter sprake is gekomen. De gemeente Oudenbosch heeft eerst
besloten toe te treden tot het Hypotheekfonds Noord-Brabantse Gemeenten. Nu
wordt voorgesteld toe te treden tot het Bouwfonds Zuid-Nederland N.V.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
10.Voorstel tot voorlopige vaststelling van de rekening 1968 van de takken van
dienst en van de gemeente.
Het lid DE WIT wil niets over de cijfers van de rekening 1968 zeggen,
doch vindt het niet democratisch dat de rekeningen van de afgelopen drie jaren
steeds door dezelfde raadscommissie, belast met het onderzoek van de rekeningen,
is onderzocht.
De VOORZITTER antwoordt dat de gemeenterekening enkel een kennisnemen is
van hetgeen in het desbtreffende jaar is gebeurd op het gebied van de finan
ciën. De totaliteit van besluiten kan in enig jaar een voor- of nadeel voor de
gemeente opleveren. Zoals is medegedeeld bedroeg het nadelig saldo over 1966
163.435,61, over 1967 119.322,02 en over 1968 maar 25.000,— meer. Het
gaat hier nu om de voorlopige vaststelling van de rekening 1968 door de raad.
Het lid DE WIT zegt nogmaals dat hij het niet eens is met de manier
waarop de voorlopige vaststelling van deze rekeningen tot stand komt.