- 2 -
5. Schrijven d.d. 27-5-70 van burgemeester en wethouders van Roosendaal en
Nispen inzake de regionale ambulancedienst.
6. Circulaire d.d. april 70 van de omroepvereniging Vara betreffende plaatsing
van geestelijk gehandicapte kinderen in niet door het Ministerie van Volks
gezondheid erkende inrichtingen.
7. Schrijven d.d. 5-6-70 van de voorzitter van het centraal stembureau, waarbij
diverse bescheiden ter uitvoering van de Kieswet worden overgelegd.
8. Schrijven van het bestuur van het Jeugdwerk "Jagers" d.d. 6 en 8-6-70 met
het antwoord van burgemeester en wethouders d.d. 9-6-70, alsmede het rapport
van de Koninklijke Nederlandsche -Heidemaatschappij ^.d. mei 1968, betref
fende het natuurpark "Pagnevaart"
9. Register van laatstelijk ingezonden en goedgekeurde raadsbesluiten.
10. Brief d.d. 11-6-70 van de minister van Binnenlandse Zaken betreffende ge
meentelijke herindeling gebied West-Brabantse Riviermonden.
Bovengenoemde stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
Beantwoording gestelde vragen in de raadsvergadering van 16-4-70 en 21-5-70.
Het lid DE WIT vraagt of het mogelijk is dat op de Havendijk een goede
bebakening wordt aangebracht. Dit geldt ook voor de Standdaarbuitense brug.
Hij vraagt voorts of de in de Bornhemweg liggende takken opgeruimd kunnen
worden. Vervolgens informeert hij of de aan Hunter Douglas verkochte grond
door de huidige gebruikers nog bewerkt mag blijven worden.
Op de Havendijk zal een middenasstreep worden aangebracht. Aan de markering
van de Standdaarbuitense brug zal de nodige aandacht worden besteed. De takken
in de Bornhemweg zijn inmiddels opgeruimd. De heer Vis van Hunter Douglas
heeft toegezegd een tekening toe te zenden, waarop de te plaatsen afrastering
van het terrein staat aangegeven. De directie van Hunter Douglas heeft er geen
bezwaar tegen dat het overige deel van bedoeld terrein om niet in gebruik blijft.
Het lid DE VETH stelt het volgende:
"Mijnheer de voorzitter,
Is het uw college bekend dat er ongerustheid bestaat over de bepaald on
hygiënische situatie, welke wordt veroorzaakt door het lozen van faecaliën in
een bij de gemeente in eigendom zijnde greppel langs de Bornhemweg
Dat met name de bewoners van het pand nr. 88 hier veel hinder van ondervinden,
Haar deze greppel op korte afstand van de woning is gelegen
Is het uw college bekend dat op een voorstel aan de gemeente gedaan door de
bewoner van het pand nr. 88, om eventueel door de gemeente ter beschikking te
stellen rioolbuizen plaatselijk zelf aan te brengen niet is ingegaan
Ik kan mij voorstellen, mijnheer de voorzitter, dat een volledige riolering
voor buiten de kom gelegen panden op financiële bezwaren kan stuiten. Het lijkt
mij minder gewenst initiatieven van de bewoners, die aan deze op zijn zachts
gezegd "middeleeuwse toestand" iets willen verbeteren, te negeren. Wat door de
bewoners op zijn minst verwacht kan worden is dat de gemeente zorg draagt voor
een voldoende doorstromingsmogelijkheid van genoemde in gemeentebeheer zijnde
greppel en dat de gemeente voorwaarden stelt, waarop in deze greppel geloosd
mag worden, op een wijze welke voor de volksgezondheid hygiënisch verantwoord is
Mijn vraag is, mijnheer de voorzitter:
a. kan er een deskundig onderzoek verricht worden naar een mogelijkheid voor
een betere doorstroming van genoemde greppel.
b. zijn er voldoende waarborgen voor de volksgezondheid door middel van voor
waarden, waarop afvalwater en faecaliën op greppels en sloten mogen worden
geloosd