-7-
Persoonlijk is hij van mening dat deze winter streng genoeg is geweest
om bedoelde kolentoeslag alsnog aan de hiervoor in aanmerking komende
bejaarden toe te kennen. Hij informeert of de bejaarden bedoelde uit
kering dit jaar alsnog kunnen krijgen.
De VOORZITTER zegt toe dat deze vraag doorgegeven zal worden, aan
het college voor verlening van bijstand.
Het lid DEKKERS wil nog even terugkomen op de opmerking van het lid
Brouwers aangaande het aanleggen en uitdunnen van beplantingen, aange
bracht door de Nederlandsche Heidemaatschappij. Er worden altijd meer
struiken en dergelijke geplant, dan er over bijvoorbeeld 10 jaar zouden
moeten staan. Wanneer het houtgewas groter wordt, dan gaat men dit uit
dunnen en snoeien.
Het lid DE WIT vraagt of het mogelijk is dat op de Havendijk een goede
bebakening wordt aangebracht. Dit geldt ook voor de Standdaarbuitense
brug. Hij vraagt voorts of de in de Bornhemweg liggende takken opge
ruimd kunnen worden. Vervolgens informeert hij of de aan Hunter Douglas
verkochte grond door de huidige gebruikers nog bewerkt mag blijven wor
den.
De VOORZITTER zegt toe dat deze vragen bekeken zullen worden.
Het lid DE WIT merkt op dat er zich bij de bouw van het nieuwe ge
meentehuis, volgens hem, meerdere parkeerproblemen zullen voordoen.
Het plantsoen aan het Wilhelminaplein wordt nu door de jeugd als voet
balveld gebruikt. Hij informeert of het mogelijk is daar parkeerplaatsen
aan te leggen. Vervolgens brengt hij onder de aandacht zijn vraag betref
fende het aanwijzen van voorrangskruisingen in de Bornhemweg.
De VOORZITTER zegt toe dat deze kwesties bekeken zullen worden.
Het lid DE WIT informeert of aan de driehoekige 3trook grond aan de
Bornhemweg nog een bestemming wordt gegeven.
De VOORZITTER antwoordt dat bedoelde strook grond de bestemming heeft
van scholenbouw. Voor deze grond geldt de bestemming van bijzondere
bebouwing. De verwachting was dat op genoemde grond een kleuterschool
gebouwd zou worden. Ook andere gebouwen van bijzonder belang zouden op
bedoeld perceel Opgericht kunnen worden.
Het lid VAN ELZAKKER wil nog even terukomen op de opmerking van het
lid de Veth aangaande het thans geldende parkeerverbod in de Prof. van
Ginnekenstraat. Er worden momenteel zeer vele processenverbaal uitge
deeld door de rijkspolitie alhier. Hij vindt dat dit voor de mensen
die hun inkopen in deze straat komen en moeten doen, toch te ver gaat.
Hij informeert of hieraan wellichts iets gedaan kan worden. Hij zegt
voorts met belangstelling de stukken over de aanleg van een verkeers-
tuin gelezen te hebben. Hij heeft veel waardering voor het hiervoor
verrichte werk. Blijkens de ter inzage liggende bescheiden werd het
college, wat deze aanleg betreft, in het gelijk gesteld.
Het lid KEIJ komt nog even terug op de gestelde vraag betreffende de
aansluiting van de Beukenlaan op de Bosschendijk. De situatie, zoals die
ter plaatse nu is, is hoogst gevaarlijk. Persoonlijk heeft hij geen ver
trouwen in de gevraagde medewerking van de provinciale waterstaat bij de
oplossing van deze kwestie. Hij is van mening dat voor deze aangelegenheid