- 3 - 8. Voorstel tot ongegrond verklaren van een ingediend beroep-rschrift Het lid KEIJ vindt het een hard besluit om dit ingediende beroepschrift ongegrond te verklaren. De beslissing van burgemeester en wethouders tot weigering van de gevraagde bouwvergunning zal wel op de geldende voorschriften steunen. Indertijd, ongeveer 25 jaren geleden, is met de heer Soethoudt over de overdracht van grond onderhandeld em zijn er afspraken gemaakt. De achterliggende grond was eigendom van de heer Soethoudt en deze zou de benodigde grond vlot aan de gemeente afstaan. Aan de straatzijde mocht een hpis worden gebouwd. Het terrein bij de werkplaats kan de heer Soethoudt toch wel gebruiken voor uitbreiding van zijn bedrijf. Hieraan heeft niemand pijn. Ter plaatse blijft nog voldoende open terrein over. Hij vindt het ongegrond verklaren van het ingediende beroepschrift een zware beslissing. Persoonlijk zou hij de heer Soethoudt gerust ter plaatse laten bouwen. De VOORZITTER antwoordt dat, wanneer aan de heer Soethoudt bouw vergunning zou worden verleend, dan de uitzonderingsbepalingen toegepast moeten ïforden. De mogelijkheid bestaat dan dat bepaalde personen bezwaren kunnen indienen. Wanneer de raad de beslissing van burgemeester en wethouders handhaaft tast men niemands rechten aan. Het lid KEIJ merkt op dat bedoeld perceel het enige is dat onmiddelijk grenst aan het terrein van de heer Soethoudt en geschikt is voor eventuele uitbreiding van het bedrijf. De VOORZITTER antwoordt dat bij verlening van een bouwvergun ning de medewerking van de provindie nodig is. Het is niet de bedoeling de heer Soethoudt tegen te werken. Er dient echter, wat deze kwestie betreft, een bepaalde gedragslijn te worden gevolgd. Het lid KEIJ zou toch alle mogelijke moeite willen doen om deze man te helpen. Het lid van ROOIJEN vindt dit ook een boud voorstel, Hij dacht dat het de gewoonte was dat de persoon in kwestie eerst werd geboord. Hij vraagt zich af of de heer Soethoudt in deze wel goed is voorgelicht. De architect van bedoeld bouwplan voert aan dat hem een niet rechts geldige kaart is getoond, terwijl in het preadvies staat vermeld dat deze architect wel een rechtsgeldige kaart van het ter plaatse geldende bestemmingsplan getoond is, Volgens hem had men de kaarten op tafel moeten leggen en hebben gezegd: Zo zit deze zaak", Hij vraagt zich af of dit punt niet beter tot een volgende vergadering aangehouden en eerst nog eens onderzocht kan worden. De VOORZITTER antwoordt dat de aanvragen bouwvergunning schriftelijk wórden afgedaan. De heer Soethoudt heeft geen enkel contact met burge meester en wethouders over deze kwestie gezocht. Hij dacht dat het een heel normale zaak was dat de dienst gemeentewerken met zogenaamde werkkaarten van bestemmingsplannen werkt. Het is niet gebruikelijk dat door gemeemde dienst met officieel gewaarmerkte tekeningen wordt gewerkt

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1970 | | pagina 150