-3-
De VOORZITTER antwoordt dat deze woning in een zodanige slechte staat
verkeert dat inderdaad tot onbewoonbaarverklaring moet worden overgegaan.
Wat afbraak of heropbouw betreft; hierin is de eigenaar geheel vrij. Hij
mag deze woning alleen niet meer ter bewoning aanbieden. Nu het pand er
naast ook leeg staat wordt het ter plaatse misschien aantrekkelijk voor
de bouw van een zakenpand.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
5. Voorstel tot wi.iziging van de aanvangstijd kermis op zaterdag.
6. Voorstel tot.' 1e wi.iziging van de "Verordening on de heffing en invorde
ring van rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaats in de
gemeente Oudenbosch."
Zonder hoofdelijke stemming worden deze voorstellen aangenomen.
7. Voorstel tot 50e wi.iziging gemeentebegroting 1969 in verband met de uit
breiding van het tennispark.
Het lid de VETH informeert wat de post toezicht gemeentewerken ad
1.432,— inhoudt.
De VOORZITTER deelt mede dat dit kosten zijn die de gemeente zichzelf
in rekening brengt in verband met het toezicht houden bij de aanleg en
inrichting van de 2 nieuwe tennisbanen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
8. Voorstel__tot het verlenen van medewerking ex artikel 72 van de Lager-
onderwi.jswet 1920 en beschikbaarstelling van een crediet voor de aanschaf
fing van een stencilmachine ten behoeve van de basisscholen St.Francis-
cus en KLimon/^le wi.iziging gemeentebegroting 1969.
qtV<?ppgtgl tpt verfrQffiflff v&n de vergoeding px artikel 1Q1 bis yap de Lager-
onderwi.iswet 1920 aan de Stichting Katholiek Onderwi.is St.Paulusparochie/
52e wi.iziging gemeentebegroting 1969.
Zonder hoofdelijke stemming worden deze voorstellen aangenomen.
10. Voorstel tot het verlenen van medewerking ex artikel 72 van de Lageron-
derwi.iswet 1920 in verband met de aanschaffing van leesbundels t.b.v. de
jïariaschool.
Het lid BRAAT vindt dit een rare zaak. Hen verleent wel of geen mede
werking, doch men moet niet op twee gedachten gaan hinken.
De VOORZITTER deelt mede dat de Lageronderwijswet 1920 naast artikel
72 ook nog artikel 101 kent. In hoeverre deze leesbundels nu op grond van
artikel 72 of 101 vervangen dienen te worden is niet concreet aan te ge
ven. Daarom heeft het college van burgemeester en wethouders het advies
van de inspekteur voor het lager onderwijs te Roosendaal opgevolgd. Deze
adviseerde voor50, medewerking te verlenen, terwijl de andere 50^> uit
de vergoeding ex artikel 101 van de Lageronderwijswet 1920 bestreden dien
de te worden.
Het lid du PONT zegt dat deze kwestie door de inspekteur zeer pricipieel
gesteld is. Daar-op elke methode jaarlijks afgeschreven dient te worden
zou niet één methode in feite geheel ex artikel 72 te vervangen zijn.
Het lid BRAAT merkt op, dat wanneer de raad nu het advies van de in
spekteur volgt, men in de toekomst meer van deze zaken zal krijgen.