-3-
Het lid de WIT merkt op dat er vorig jaar ook al een lokaal ten behoeve
van de kleuterschool 't Eikeltje is opgericht. Nu dient er wederom een
lokaal bij te komen en misschien volgend jaar nog een. Wanneer dit het
geval is dan kan men nu beter twee lokalen oprichten, daar dit goedkoper
zal zijn.
De VOORZITTER antwoordt dat de basisschool De Bukehof met ingang van
het nieuwe schooljaar nu zelf alle 12 klassen nodig heeft. Er zal nu een
noodlokaal voor de kleuterschool moeten worden opgericht daar anders een
aantal kleuters van kleuteronderwijs verstoken zullen blijven. Deze
voorziening zal maximaal 3 jaar nodig zijn, omdat dan met 4 klassen kan
worden volstaan en daarna zelfs 3 klassen voldoende zal blijken. Er is
namelijk een tendens van teruglopende geboortecijfers.
Het lid ACHTERBERG zegt geen tekening van het op te richten noodlokaal
gezien te hebben en zich nu geen voorstelling van dit geval te kunnen
vormen.
De VOORZITTER antwoordt dat dinsdagmorgen nog een bespreking met de
inspectrice van het kleuteronderwijs heeft plaatsgehad. De inspectrice
vond een sobere voorziening van rond 20.000,niet toelaatbaar en zo
doende heeft men dit plan gekozen.
Het lid ACHTERBERG vraagt hoeveel m2 dit lokaal zal beslaan.
Het lid du PONT antwoordt dat dit 70 m2 zal zijn.
Het lid ACHTERBERG informeert naar de kleur, die dit lokaal zal krijgen
en of van het op te richten gebouwtje geen folder of iets dergelijks aan
wezig is.
De VOORZITTER antwoordt dat over verdere gegevens momenteel niet wordt
beschikt. Het streven is om vóór de aanvang van het nieuwe schooljaar
bedoeld noodlo.kaal op te richten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
9. Voorstel tot deeleming aan de gemeenschappelijke regeling inzake het
intercommunaal financieringsfonds voor Noord-Brabantse gemeenten.
Het lid BRAAT zegt dit een goede zaak te vinden. Hij vraagt zich echter
wel af of hier geen organisatorische moeilijkheden om de hoek komen kij
ken en zo ja of hieraan dan in de praktijk niet zwaar wordt getild.
De VOORZITTER is van mening dat zich geen organisatorische moeilijk
heden zullen voordoen.
Het lid BRAAT merkt op dat het Bouwfonds Zuid-Nederland niet in staat
is geweest hypotheken te verstrekken. Hij vraagt waarom dit niet ging.
De SECRETARIS licht toe dat het Bouwfonds Zuid-Nederland 2 dingen doet,
namelijk zelf bemiddelen en optreden als bemiddelend orgaan.
Het lid BRAAT vraagt waarom bedoeld bouwfonds geen hypotheken kan ver
strekken.
De VOORZITTER antwoordt dat wanneer de gemeenschappelijke regeling tot
stand komt er gemakkelijker hypotheken verstrekt en leningen gesloten
kunnen worden. Een aantal gemeenten gaan samen om deze regeling in het
leven te roepen.
Het lid van ELZAKKER ziet geen nadeel in deze regeling. Door het aan-