-5-
heeft aan de uitgebreide begroting met toelichting en antwoorden, hartelijk
dank zeggen.
Men heeft begrepen dat wij als raad werkelijke vooruitgang wensen. De
zorg en uitgebreidheid van de voor ons liggende begroting geeft daar duide
lijk blijk van."
Het lid MEIJERS stelt het volgende:
"Mijnheer de voorzitter,
Het is uit de rapporten van beide commissies, die de begroting 1969
onderzocht hebben, wel duidelijk gebleken, dat men zeer tevreden is over
de wijze waarop én de nota van aanbieding én de begroting in zijn totaliteit
dit jaar de raad aangeboden zijn. Wij zijn dan ook van mening dat het juist
is om onze waardering voor het vele werk wat hieraan besteed is in onze algemene
beschouwing zeker niet op de laatste plaats uit te spreken. Dank daarom aan
allen die in wat voor functie dan ook hiertoe hebben bijgedragen.
Wanneer men dan op het punt staat om enkele gedachten op papier te zet
ten voor het houden van een algemene beschouwing, dan gaat men onwillekeurig
terug naar het vorige jaar en duikt men nog eens in de beschouwingen van
toen. Dan ziet men zijn eisen, zijn wensen,zijn kritiek en zijn visie op de
gang van zaken. En dan kan het alleen maar geruststellend voor uw college
zijn, mijnheer de voorzitter, dat onze kritiek van toen achterwege kan blijven
en dat onze wensen en vragen al iets dichter bij een oplossing zijn gekomen.
Voor u dus geruststellend maar voor ons een feit, dat het niet naast u
werd neergelegd, maar dat er met de opmerkingen en vragen uit de raad terdege
rekening werd gehouden. Om maar enkele punten van toen met nu te vergelijken.
Wij waren toen wat onzeker over het werk in de Regio. In 1968 is ons
heus wel duidelijk geworden, wat de vele mogelijkheden zijn door een goed
samenspel tussen de diverse gemeenten in Regio verband. Wij denken hier met
name aan de Regionale Ambulancedienst, hier komen we straks nog op terug.
Wij vroegen toen hoe het stond met de sportraad. Nog maar kort geleden heb
ben wij twee leden uit onze gemeenteraad gekozen, die vertegenwoordigd zul
len zijn in de sportraad. Wij wachten nu met spanning op de resultaten van
deze voor Oudenbosch onmisbare raad.
Verder deden wij een suggestie om te komen tot een program wat ons een
beeld zou geven over de toestand van de straatverlichting en de situatie van
het wegennet. Hierop is wel een heel duidelijk antwoord gegeven in de vorm
van het investeringsprogram. Dit juichen wij dan ook van harte toe. Het zal
echter zaak zijn dat de raad binnen niet al te lange tijd zich zal moeten
uitspreken welke werken prioriteit moeten hebben. Een pracht stukje werk dus
en wat door een goede coördinatie tussen de verschillende diensten, zowel op
technisch als op administratief gebied een dermate belangrijk stuk zal worden
dat dit program in de toekomst onmisbaar zal worden.
Tot op heden gaat het allemaal nog best mijnheer de voorzitter en er is
nog geen vuiltje aan de lucht, maar het zou natuurlijk te romantisch zijn
wanneer er ook aan die gemeentelijke hemel geen wolken zouden verschijnen,
die ons toch wel tot nadenken zetten. Dan gaan onze gedachten zich op de
eerste plaats concentreren op de financiële situatie waarin we ons thans be*
vinden. Het is natuurlijk heel aardig om een praktisch sluitende begroting
ter tafel te voeren, maar in feite is dit jezelf een beetje voor de gek
houden. Wij zijn dan ook van mening dat door de juiste cijfers te stellen,
de juiste toestand te geven, dé methode is. Op een gezonde basis is het goed
werken. Die gezonde basis bereikt men nooit wanneer men van meet af aan gaat
starten met een begrotingstekort wat veel te simpel is opgesteld. Wij dach
ten te simpel omdat er voor ons altijd nog een aantal onzekere factoren zijn