-7-
hieraan iets gedaan kan worden.
De VOORZITTER antwoordt dat bepaalde wensen, deze kwestie betreffende,
van de commandant van de brandweer moeten uitgaan. Hij zegt toe dat deze
vraag bekeken zal worden.
Het lid de VETH vraagt het college van burgemeester en wethouders aan
dacht te willen schenken aan het aanleggen van een speelgelegenheid in het
bestemmingsplan "Kom Oudenbosch Noord", bijvoorbeeld ter plaatse van de
rioolwaterzuiveringsinstallatie. De kinderen in genoemde wijk bezitten
momenteel geen enkele speelgelegenheid. Ook vraagt hij de mogelijkheid van
het aanleggen van een speelgelegenheid in de wijk "Pagnevaart" in deze over
weging te willen betrekken.
De VOORZITTER antwoordt dat de intentie om iets dergelijks tot stand
te brengen bij burgemeester en wethouders aanwezig is, doch dat hij niet
kan beloven dat deze kwestie op korte termijn zijn beslag zal krijgen. Hij
zegt toe dat deze vraag in ieder geval bekeken zal worden.
Het lid de VETH vraagt voorts wat er met het voormalige terrein van
de Yfeterleidingmaatschappij wordt gedaan.
De VOORZITTER antwoordt dat deze kwestie ook al meerdere malen een
onderwerp van gesprek in de vergadering van burgemeester en wethouders is
geweest. Voor bedoeld terrein zijn al meerdere bestemmingen gepland, doch
op de definitieve bestemming moet nog worden gewacht.
Het lid DEKKERS zegt nog even terug te willen komen op de aankoop van
grond aan de Bosschendijk van de heer Francois. Hij vraagt of voor elke
bewoner ter plaatse, bij eventuele verkoop van grond voor de aanpassings
werkzaamheden van de spoorwegovergang, dezelfde mogelijkheden gelden als
voor genoemde Francis. Ook informeert hij of aan de St.Bernaertstraat nog
grond voor deze werken moet worden aangekocht.
De VOORZITTER antwoordt dat de gemeente van geen enkele persoon ter
plaatse nog grond nodig heeft. De aankoop van een strook grond van de heer
Fransois is gedaan voor de aanleg van een uitrit ten behoeve van de panden
Bosschendijk 2 en 4. Aan de St.Bernaertsstraat heeft de gemeente geen grond
nodig, daar de situatie hier blijft zoals hij is, met dien verstande dht
het trottoir zal worden verlegd en aan de verkeerssituatie wordt aange
past.
Het lid de WIT merkt op dat reeds verschillende werkzaamheden worden
uitgevoerd op het aan de Basto in erfpacht uitgegeven terrein. Voor de aan
leg van een weg terplaatse is destijds een crediet gevoteerd, doch volgens
het streekplan zou deze weg er nu niet komen.
De VOORZITTER antwoordt dat deze weg inderdaad niet in het streekplan
staat vermeld, omdat op bedoeld streekplan geen enkele weg voorkomt. Ge
noemde weg komt er mettertijd wel en het aansluitpunt wordt nu gemaakt.
Het lid de WIT vraagt of dit voor rekening van de gemeente geschiedt.
De VOORZITTER antwoordt dat de te maken inrit door de gemeente wordt
betaald. Ter plaatse lag een weg van 3 m breed. Nu komt er een weg van 7 m
breed. De provincie zou voor 3/7 deel in de te maken kosten participeren,
doch deze kwestie is nog niet geheel rond. De provincie heeft toegezegd 3/7
deel van de kosten te zullen dragen.