JAAROVERZICHT 1968
Uitgesproken door de burgemeester van Oudenbosoh in de raadsvergadering van
23 januari 1969.
Algemeen.
Alvorens een terugblik op 1968 te werpen moge ik ons allen het aller
beste toewensen in het inmiddels reeds enkele weken oude jaar 1969. Ik hoop
gaarne dat het u allen goed gaat in uw gezinnen, in uw werk en dat de goede
verhoudingen in onze gemeenschap en ook hier in de Raad bestendigd zullen
blijven.
De gemeenteraad kwam in 1968 12 maal in vergadering bijeen. Er moesten
weer vele besluiten, op velerlei terrein, genomen worden. Naast de vele telken
male terugkerende onderwerpen als onderwijsvoorzieningen, bouwrijpmakingen
van gronden, aan- en verkopen, wijzigingen in verordeningen en tarieven, kwa
men meer speciale onderwerpen ter sprake, die verderop in dit overzicht nog
behandeld zullen worden.
Aan het einde van het jaar moesten t.b.v. de begroting voor 1969 de ver
schillende eigen inkomstenbronnen van de gemeente weer worden verhoogd. Het
is voor een gemeentebestuur niet prettig om maar telkenmale zijn belastingen
en retributies te moeten verhogen. Maar tegenover de aanhoudende kostenstij
gingen is er nauwelijks een andere keus.
Het is wellicht goed er nog eens uitdrukkelijk op te wijzen dat het
college van burgemeester en wethouders, mede door de aanhoudende aandacht van
de gemeenteraad op dat punt, de gemeentelijke uitgaven zo scherp als mogelijk
is in de hand houdt en dus niet alleen naar inkomstenverhogingen streeft, maar
zo mogelijk ook naar uitgavenbeperking.
Intussen wordt het beeld van de gemeentelijke financiën zoals bij de be
handeling van de begroting voor 1969 zal blijken, er niet gunstiger op. De
reserves die de gemeente had zijn in enkele jaren als sneeuw voor de zon ver
dwenen. Met uiterste moeite zijn de financiële eindjes voor .196.9 aan elkaar geknoopé
zoals ook reeds voor 1967 en 1968 gebeurde. De rekening van 1966 toonde een
ernstig tekort, dat de rekeningen over 1967 en 1968 ongetwijfeld ook zullen
tonen. De vraag rijst waar deze tendens toe zal leiden. Het college van bur
gemeester en wethouders blijft zijn optimisme bewaren, omdat het durft te
stellen dat indien de gemeente Oudenbosch, die toch steeds een goed beleid
heeft gevoerd, met financiële perikelen komt zitten, er meer gemeenten in
Nederland in een dergelijk schuitje terecht komen. Waar de gemeentebesturen
in Nederland een onmisbare rol spelen bij alles wat met welvaart en welzijn
te maken heeft, en stilstand of zelfs achteruitgang op deze terreinen niet
geaccepteerd kunnen worden, zullen oplossingen geboden worden. Het ligt voor
de hand om daarbij op de eerste plaats te denken aan verhoogde uitkeringen
uit het gemeentefonds en door spoedige regeling van een eigen belastinggebied,
als dat tenminste financiële mogelijkheden verschaft.
Uit de hierna volgende beschouwingen zal blijken dat het jaar 1968 voor
de gemeente Oudenbosch gunstig was. In dit meer algemene inleidende gedeelte
zou ik graag willen vermelden;
dat op 28 september door de Bisschop van Breda de plechtige inzegening en
ingebruikneming van de St.Pauluskerk plaats had, waardoor de gemeente met
een stijlvol modern gebouw werd verrijkt.