In 1970 wordt hiervan een studie gemaakt. Er wordt verband gelegd tussen de hoeveelheid, afvoer en de mate van verontreiniging. Voor zover het de uitlating van het lid de Veth betreft, dat de bijstands wet ook is voor mensen die hun stand op moeten houden, merkt de voorzitter op dat dit nauwelijks voorkomt. De wet eist echter geleidelijke aanpassing i.v.m. de status. Dit is redelijk. Wethouder VAN OOSTERHOUT heeft er geen behoefte aan op het gestelde door het lid de Veth te antwoorden. Dit soort insinuaties is al meer in de raad gehoord en de hele raad kan getuigen dat het lid de Veth met bewijzen op tafel zou komen. We zitten hier nog steeds op te wachten. Verder wil hij er niet op in gaan. Het lid ACHTERBERG wenst zijn eerder gestelde vraag omtrent de school psychologische dienst teniet te doen. Wat hij bedoelde heeft hij gevonden. Het was slechts een kwestie van een andere naam. De VOORZITTER zegt dat er voldoende gediscussieerd is over de begroting en vraagt om vaststelling. Hij geeft de raad nog een compliment voor de uit voerige behandeling en meent ook vanaf deze plaats dank te moeten uitspreken namens de raad, aan de medewerkers die aan de totstandkoming hebben bijge dragen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten tot vaststelling van de bedrijfsbegrotingen en de gemeentebegroting 1970, alsmede het investerings program. 5. Voorstel terzake van de subsidies 1970/le wi.jziging gemeentebegroting 1970. Het lid BRAAT vraagt wat het Bureau voor Huwelijksaangelegenheden in houdt. Is dit een bureau op katholieke of neutrale basis? De VOORZITTER antwoordt dat het katholiek georiënteerd is en een ver fijnde vorm van maatschappelijk werk betreft. Hier wordt hulp geboden in huwelijken die uit elkaar gegroeid zijn. Het lid BRAAT vindt dat het geen aangelegenheid is om mee te spotten, maar vraagt zich af of het misschien een instituut is voor mensen die financieel niet in staat zijn een huwelijkspartner te zoeken. De VOORZITTER verduidelijkt het inzicht door te stellen dat het gaat om de oplossing van moeilijkheden in huwelijksverhoudingen, een zgn. multi-disciplinaire aanpak van huwelijksaangelegenheden. Het lid DE WIT wenst de aantekening tegen de subsidie-verlening aan de Stichting "Het Noord-Brabants Landschap" te hebben gestemd. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 6. Voorstel tot 89e wijziging gemeentebegroting 1969. 7. Voorstel tot het toekennen van een duurtetoeslag aan het gemeentener- soneel. 8. Voorstel tot afrekening van de vergoeding ex artikel 101 van de Lager- onderwi.jswet 1920 over 1969 ten behoeve van de Isaac da Costaschool. 9. Voorstel tot het verlenen van een voorschot op de vergoeding ex artikel 101 van de Lageronderwijswet 1920 over 1970 ten behoeve van de Isaac da Costaschool.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1969 | | pagina 159