-6-
Dat er wel eens gevallen afgewezen zullen worden is aannemelijk omdat het
ook weer niet zo is dat men de bijstandswet als een filantropische instelling
moet beschouwen. Er wordt aan de hand van de wet en gebaseerd op bepaalde
normen een zaak onderzocht en dan wel of niet toe- of afgewezen.Als we dan zo
maar even een globaal overzicht over het jaar 1969 laten horen dan kan men
toch maar niet onverschillig blijven bij dergelijke bedragen.Voorop zij ge
steld dat het hier de zuivere bijstand dus geen rijksgroepsregelingen zijn.
thuiswonende personen beneden 65 jaar levensonderhoud 84.203,63
bijzondere voorzieningen 17.148,50
ouder dan 65 jaar levensonderhoud - 24.553,32
bijzondere voorzieningen 8.609,59
personen verblijvende in bejaardentehuizen - 48.337,65
woonwagenbewoners 2.049,83
184.902,52
Dit betekent ruim 20,per inwoner.
Wij zijn dan ook van mening dat het altijd nog beter kan natuurlijk,maar dat
Oudenbosch hiermee zeker niet op de laatste plaats staat.Het is goed mogelijk
mijnheer de voorzitter, dat wij onze algemene beschouwing vrat somber hebben
laten klinken en geen gematigd optimisme konden opbrengen,sorry,dat zal dan
wel aan ons liggen,een feit en een keiharde realiteit is het echter,dat men
ondanks een sluitende begroting,voor dit moment althans,toch zeer voorzich
tig te werk zal moeten gaan om het hoofd boven water te houden.Wij dachten
op deze manier,gezien in het raam van de mogelijkheden die ons ten dienste
staan,zo onze visie op deze vergadering te moeten geven.
Dank U."
Het lid DE VETH stelt het volgende:
"Geachte voorzitter,
Eerstens zeg ik u en ook de ambtenaren die hebben mede gewerkt tot
de vlugge totstandkoming der begroting jaar 1970 mijn oprechte dank,daar
de samenstelling en de werkzaamheden hieraan verbonden ontzaggelijk veel
werk vergt.Ook bedank ik de notulist die de verslagen over het afgelopen
jaar wederom zo keurig heeft verzorgd.
Deze keer is het dan zover dat er een sluitende begroting uit de bus
is gekomen,doch ik mag hierbij wel opmerken, dat bij de opstelling der
begroting ten aanzien van de investeringen is uitgegaan van de toestand per
15 oktober j.l. afgezien van de kapitaalslasten,voortvloeiende uit gevo
teerde credieten na deze datum en ten laste van 1969 komend, zullen ook in
1970 tal van investeringen,welke noodzakelijk zijn om het voorzieningspeil
in onze gemeente te continueren,de vraag is echter waar komen de dekkings
middelen vandaan?
Uitgaande naar de toestand ten aanzien van de investeringen per 15 oktober
is er een sluitende begroting gepland en worden de gemeentebelastingen o.a.
de rioolretributie, reinigingsrechten en straatbelasting in 1970 niet ver
hoogd, doch uw college staat hier zelf sceptisch tegenover en ziet zelf wel
aankomen de onafwendbare dreigingen van het opvoeren van de eigen inkomsten-r
bronnen in het bijzonder de gemeentebelastingen.