-4- "Mijnheer de Voorzitter, Op de eerste plaats willen wij van deze gelegenheid gebruik maken om onze dank uit te spreken aan al diegenen die er aan mee gewerkt hebben om het mogelijk te maken dat de begroting dit jaar in de maand december kan worden aangeboden en behandeld. Wij vinden dat dit zeker op zijn plaats is om dit in deze vergadering te stellen. Er zullen vanavond ongetwijfeld nog wel meedere raadsleden zijn die hun visie zullen geven op het beleid en hoe zij de toekomst zien. Wat onze fraktie betreft, mijnheer de voorzitter, wij zouden toch wel enige opmerkingen willen plaatsen bij een paar zaken, die, dachten wij,van grote waarde geacht moeten worden voor het beleid van een huishouding als die welke een gemeente voert. Wanneer wij in de nota van aanbieding als slotconclusie lezen dat we het komende jaar met een gematigd optimisme tegemoet mogen zien, dan zet ons dit toch wel tot nadenken. Nadenken op de eerste plaats over het vraagstuk van de belastingen. Wij blijven nog even bij de nota van aanbieding,mijnheer de voorzitter, en wij consteren dan, dat u het op dit moment dan ook niet raadzaam vindt om enige verandering te brengen in de druk op de bevolking door middel van belastingverhoging. Onze fraktie zal zeer zeker niet de eerste zijn die der gelijke onsympathieke maatregelen graag neemt en wie doet dat wel?U spreekt er echter over op dit moment.Wij kunnen ons heel goed indenken dat het juist nu het ongelukkigste moment is om belastingverhoging voor te stellen en an derzijds om ze te accepteren. Elke medaiille heeft echter twee zijden, we zouden in dit kader gemakshalve de economische en de politieke kant willen noemen. Welke zijde moet in het belang van de gemeentelijke huishouding ech ter het zwaarst wegen? Op dit moment dus niet,naar uw gematigd optimisme wordt voor ons een zwaar pessimisme als we onze blik in de nabije toekomst werpen en ons de vraag stellen hoe zal het er uit gaan zien, volgend jaar of misschien in 1971? Het is op dit moment een uitstel van executie, maar waar komt de raad, of het dan deze mensen zijn of andere,daar gaat het bij ons niet om, waar komt die raad dan voor te staan? Dan zouden wij wel eens voor een blok geplaatst kunnen worden van een belastingverhoging en druk waar je koud van wordt.Want wie kan ons garanderen dat het niet zo zal zijn.Onze verwachtingen zijn wel van dien aard, dat er van optimisme,ja zelfs van gematigd optimisme geen sprake meer kan zijn. Het zal op een andere manier opgelost moeten worden. Er zal naar onze mening meer druk op de minister moeten worden uitgeoefend, om meer voorzieningen te krijgen, gebaseerd op de zwakke financiële positie van de gemeente. Dan zal,gelet op de gematigde draagkracht, die bittere pil waarover u spreekt, misschien nog te slikken zijn. Dus geen druk op de bevolking in de toekomst,maar druk,veel druk op bijdra gen van het rijk. Want we hebben al zo vaak gehoord dat alleen door de groei van de bevolking en door belastingverhoging de financiële situatie te handhaven is.Voor wat het eerste betreft: accoord en dan menen wij dat door de toevoeging van de gemeente Standdaarbuiten die groei gerealiseerd zal worden. Voor vrat het tweede betreft:hierover hebben wij al gezegd meer druk naar be ven en nou zijn wij niet tevreden wanneer u zegt het heeft onze volle aan dacht, nee, dit zal inderdaad moeten gebeuren.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1969 | | pagina 146