-2-
3. Ingekomen stukken en mededelingen.
Ingekomen stukken.
1. Schrijven van het Comité Brabants Sportpaleis d.d. 7-11-69 betreffen
de de bouw van een sportpaleis.
2. Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord Brabant d.d. 8-10-69» waar
bij de beslissing omtrent het verzoek van F.W. Vorstenbosch, Juliana-
straat 109 te Dongen om voorziening van het raadsbesluit van 17-7-69
tot onbewoonbaarverklaring van de woning Prof. van Ginnekenstraat 33
met ten hoogste twee maanden wordt verdaagd.
3. Schrijven van de Districts-Gezondheidsdienst Roosendaal d.d. 21-10-69
waarbij de rekening 1968 wordt toegezonden.
4. Schrijven van de Districts-Gezondheidsdienst Roosendaal d.d. 22-10-69
waarbij de begroting 1970 wordt toegezonden.
5. Schrijven van burgemeester en wethouders van Roosendaal en Nispen in
zake goedkeuring gemeenschappelijke regeling t.b.v. het ambulance-ver-
voer in het district Roosendaal.
6. Schrijven van burgemeester en wethouders d.d. 29-10-69 betreffende
ter inzagelegging van het ontwerp-streekplan Nest-Brabant en ontwerp
facet-streekplan Natuurschoongebieden c.a.
7. Schrijven van Mevr. A. Jacobs-Evera, Meidoornstraat 2 alhier betref
fende overgang van kleuters naar lagere school.
8. Schrijven van burgemeester en wethouders d.d. 10-11-69 inzake bouw-
plicht hoekpercelen Bosschendijk - Prof. Mulderslaan door fa. Gebr.
van Agtmaal.
9. Besluit van burgemeester en wethouders d.d. 16-10-69 tot het aangaan
van een kasgeldlening ad 1.000.000,met de Algemene Bank Nederland
N.V. te Amsterdam.
10. Besluit van burgemeester en wethouders d.d. 14-11-69 tot het aangaan
van een kasgeldlening ad 1 .000.000,met de N.V. Bank voor Neder-
landsche Gemeenten.
11. Register van laatstelijk ingezonden en goedgekeurde raadsbesluiten.
Bovengenoemde stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
Beantwoording prestelde vragen in de raadsvergadering van 17-4-69. 18—9—
69 em 16-10-69.
Het lid XEIJ merkt op dat de voor deze gemeente geldende verordening
op de heffing en invordering van precariorechten anders wordt toegepast
dan in verschillende andere gemeenten het geval is. In Oudenbosch wordt
voor het hebben van een op- of inrit de gebruiker aangeslagen, terwijl in
andere gemeenten de eigenaar het verschuldigde precariorecht moet betalen.
Dit laatste vindt hij juister. Hij is van mening dat op de aanslagen pre
cariorechten veel bezwaarschriften zullen komen, hoewel hij moet toegeven
dat er volgens de geldende verordening meer geld zal binnenkomen. Hij vraagt
wanneer dit althans mogelijk is, bedoelde verordening zodanig te wijzigen
dat niet de gebruiker maar de eigenaar precariorechten voor het hebben
van op- of inritten moet betalen.
Naar aanleiding van bovenvermelde vraag delen burgemeester en wethouders
mede dat, indien de raadsleden zich met het voorstel kunnen verenigen, de
heffing van precariorechten voor inritten met ingang van 1 januari 1970
vervalt. De kwestie of gebruiker of eigenaar belastingplichtig is, is dan
van geen belang meer.