-2- De woningstichting St.Bernardus deelt bij schrijven van 19-9-69 mede, dat constatering van dit feit juist is. De oorzaken zouden de navolgende zijn: a. er is gebouwd in een slechte periode, met sneeuw en regen, waardoor het voegwerk verregende; b. het bouwterrein, hoewel bouwrijp, was een modderpoel met veel waterover last c. de bouwstenen moesten bij slechte weersomstandigheden op een nat terrein worden opgeslagen. Vocht is meestal de aanleiding tot het optreden van muuruitslag; d. de steenkeuze, hoewel in dit geval een waalsteen van redelijke kwaliteit werd gebruikt, is beperkt; e. het werken onder deze condities werkt slordigheid in de hand. Zo zijn bijvoorbeeld de regenwaterafvoeren te laat aangebracht, waardoor de gevels vuil zijn geworden. Tijdens de oplevering is met de aannemer een afspraak gemaakt een poging te doen om dit euvel zoveel mogelijk te beperken. Het lid ACHTERBERG komt terug op de door hem tijdens de vorige ver gadering gestelde vraag, betreffende de aanleg van een verkeerstuin op het recreatieoord "De Baarlebossche"Op bedoelde vraag is geen concreet ant woord gegeven. Toch zag hij deze vraag gaarne alsnog beantwoord. Hij vraagt of op bedoelde vraag een duidelijk antwoord gegeven kan worden. Aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Bureau Bibliotheek en Documentatie, te s-Gravenhage is bij schrijven van 7-10-69 om enig docu mentatiemateriaal voor de aanleg van een verkeerstuin gevraagd. Het lid BRAAT merkt op dat de middenstanders in de Prof. van Ginneken- straat niet erg gelukkig zullen zijn met de in het trottoir te plaatsen lichtmasten. Hij vraagt of het mogelijk is dat de nieuwe straatverlichting ter plaatse wederom aan overspanningen wordt aangebracht. De overspanningen zijn niet voorgesteld omdat: a. dit steeds moelijkheden oplevert met de eigenaren van de betreffende panden, waaraan deze overspanningen zijn aangebracht, bijvoorbeeld bij verbouwing van deze panden. Deze woningen gaan gemakkelijk scheuren en de trekhaken komen los te zitten. b. er meer lichtpunten komen en sommige woningen niet hoog genoeg zijn om de vereiste doorrijhoogte te verkrijgen. Er zouden dan ter plaatse toch masten geplaatst moeten worden. c. ter plaatse, waar het trottoir het smalst is,vanaf slagerij Melisse tot de brede gang van de fa. van Beek, er toch geen overspanningen aangebracht kunnen worden. d. met carnavalsoptochten e.d. geen moeilijkheden meer te venrechten zijn. Het ligt in de bedoeling de lichtmasten zo dicht mogelijk tegen de woningen te plaatsen, waardoor het trottoir zo veel mogelijk wordt vrij gehouden en ook aanrijdingen worden voorkomen. Het lid BRAAT merkt op dat de toenemende stank van de haven een onhoud bare situatie wordt voor de omgeving. Hij vraagt of hiervoor een redelijke oplossing bestaat. Momenteel loost alleen nog de rioolwaterzuiveringsinstallatie op de haven, alsmede het Spui met de diverse rioolaansluitingen, zoals Molenstraat, Industrieweg, St. Louis, Zandeweg, ziekenhuis, St.Elisabethstraat en West- vaardeke.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1969 | | pagina 114