stemming van de directie van de Nederlandse Spoorwegen n-odig zal zijn.
De VOORZITTER antwoordt dat er ter plaatse gewoon een persleiding in
de grond komt te liggen.
Het lid de WIT is evenwel toch van mening dat, alvorens de akte wordt
gepasseerd, over deze kwestie contact dient te worden opgenomen met de direc
tie van de Nederlandse Spoorwegen. Hij weet toevallig dat op bedoelde grond
geen woning gebouwd mag worden.
De VOORZITTER zegt toe dat, voordat de persleiding gelegd zal worden
contact wordt opgenomen met de Nederlandse Spoorwegen.
6. Voorstel tot beschikbaarstelling van een crediet voor verbetering van de
Zeggeweg/62e wijziging gemeentebegroting 1968.
Het lid BRAAT dacht dat ook de gemeente Oud en Nieuw Gastel participeer
de in de kosten van de verbetering van deze weg.
De VOORZITTER zegt uit de voorgeschiedenis begrepen te hebben dat de
gemeente Oud en Nieuw Gastel in de kosten van verbetering van de Zeggeweg
een tegemoetkoming zou verlenen in deze kosten. Deze zaak is onlangs ophieuw
bij de gemeente Oud en Nieuw Gastel aanhangig gemaakt met het voorstel ieder
de helft van de kosten te dragen. Het gemeentebestuur van de Oud en Nieuw
Gastel vond dit bezwaarlijk, zodat de götoöênte Oudenbosch gemeend heeft eerst
voor Oudenbosch zelf te moeten zorgen. Hierna kan er altijd nog contact met
de gemeente Oud en Nieuw Gastel worden opgenomen.
Het lid BRAAT vraagt of het niet voor de gehele Zeggeweg gold dat de
gemeenten Oudenbosch en Oud en Nieuw Gastel voor de helft de kosten zouden
dragen.
De SECRETARIS licht toe dat in allereerste instantie de gemeenten
Rucphen, Oud en Nieuw Gastel en Oudenbosch ieder 1/3 deel van de kosten zou
den dragen. De gemeente Rucphen heeft zich teruggetrokken, zodat toen de ge?
meenten Oud en Nieuw Gastel en Oudenbosch ieder de helft van de kosten zouden
betalen. Nu ook de gemeente Oud en Nieuw Gastel zich heeft teruggetrokken
dient de gemeente Oudenbosch allereerst voor zichzelf te zorgen, zodat nu
wordt voorgesteld het wegdek van de Zeggeweg vanaf de overweg tot aan de
grens met de gemeente Oud en Nieuw Gastel te verbeteren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
7. Voorstel tot voorlopige vaststelling van de rekening 1966 van de takken
van dienst en van de gemeente.
De VOORZITTER zegt dat de commissie van onderzoek van de rekening en van
de overeenkomstig artikel 252 der gemeentewet aangewezen takken van dienst
over het dienstjaar 1966 bedoelde rekeningen heeft onderzocht. Dit onder
zoek heeft geleid tot de volgende algemene opmerking. De commissie heeft met
zorg geconstateerd dat de financiële positie in 1966 rigoreus is verslechterd.
Alhoewel de commissie rekening houdt met enige onzekere factoren, die het na
delig saldo nog enigszins gunstig kunnen beïnvloeden, is de commissie zich
toch terdege bewust dat een voorzichtig financieel beleid in de' toekomst nood
zakelijk zal zijn, aangezien thans toch wel een duidelijke ommekeer in de
financiële positie van de gemeente is w&.ar te nemen.
Het lid van ELZAKKER zegt dat er over de rekening 1966 veel en weinig
gezegd kan worden. De rekening 1966 ligt nu voor de raadsleden ter voorlopige
vaststelling en volgens hem is hieraan weinig meer te doen. Hij is van mening
