-4-
Het lid ACHTERBERG zegt in de stukken gezien te hebben dat de heer
Palings akkoord ging met deze transactie echter met de bepaling dat hij de
aan te kopen woning vrij kon blijven huren. Hij informeert hoe bedoelde wo
ning dan toch verhuurd zou kunnen worden.
De VOORZITTER antwoordt dat voor de heer Palings aan de Wilgenstraat
een woning in aanbouw is en dat deze Palings waarschijnlijk al v<56r dat
deze transactie wordt afgesloten de woning Bosschendijk 159 heeft verlaten.
Het lid de WIT merkt op niet tegen de aankoop van dit pand als zodanig
te zijn, doch tegen al de taxatierapporten, die door de directeur van ge
meentewerken eigenhandig zijn opgesteld.
De VOORZITTER antwoordt dat de prijs, genoemd in het voorstel aan de
raad, precies dezelfde is als de taxatieprijs opgesteld door de directeur
van de dienst gemeentewerken. Het taxatierapport moet worden verzonden naar
gedeputeerde staten van de provincie. Het college van burgemeester en wet
houders heeft de directeur van gemeentewerken gevraagd een taxatierapport
op te stellen. Op grond hiervan is met de eigenaar-bewoner overeenstemming
bereikt en is men tenslotte zo tot deze aankoop gekomen.
Het lid van EI-ZAKKER is van mening dat het geen verschil maakt door
wie een eventueel taxatierapport wordt opgesteld. Het college van burgemees
ter en wethouders moet tenslotte toch eerst een dergelijk rapport beoordelen.
Er moet overeenstemming worden bereikt met de desbetreffende persoon en wie
er dan een taxatierapport opstelt doet, volgens hem, niets ter zake.
De VOORZITTER merkt op dat de beslissing tenslotte altijd nog door de
raad genomen moet worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
11. Voorstel tot verkoop van grond 6e wijziging gemeentebegroting 1968.
a. Verkoop delen van de oercelen A 416-417-420-869-1254 en 1485 aan woning
stichting St. Bernardus.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
b. Verkoop perceelsgedeelte B 2550 aan A.JPortman, Plataanstraat 4.
Het lid de WIT zegt dat er in de koopakte een boete-clausule wordt op
genomen. Hij vraagt hoe groot het bedrag van deze clausule is.
De VOORZITTER antwoordt dat koper een terstond opeisbare boete van
3.000,moet betalen, wanneer hij binnen één jaar na het passeren der
koopakte niet met de bouw van een woning is begonnen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
c. Verkoop grond aan F. Hei.inen, Doelpad 19.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
12. Voorstel tot 1e wi.iziging van de "Verordening op de Drank- en Horeca-
belasting.
15. Voorstel tot verhoging van het bedrag genoemd in het algemeen besluit
tot het aangaan van kasgeldleningen.
14. Voorstel tot het verlenen van medewerking ingevolge artikel 72 van de
Lageronderwi.iswet 1920 voor de aanschaffing van leer— en hulpmiddelen
voor het vak handwerken ten behoeve van de Mariaschool.