-3-
Het lid BRAAT zegt niet tegen subsidieverlening aan de Stichting katho
liek Bureau voor Huwelijksaangelegenheden te zijn, doch het een merkwaardige
zaak te vinden dat nu aan genoemd bureau over 1966 nog subsidie moet worden
verleend. In feite houdt dit in dat ook voor de jaren 1967 en 1968 de subsidie
verzoeken van dit bureau worden goedgekeurd. Wanneer voor 1966 het gevraagde
subsidie wordt toegekend, dan wordt ook voor 1967 en 1968 eenzelfde besluit
genomen, zodat men nu eigenlijk voor 3 jaren tegelijk subsidie toekent, Ook
de manier waarop het gevraagde bedrag is vastgesteld vindt hij merkwaardig.
De sleutel, die werd toegepast om tot dit bedrag te komen vindt hij raar, zo
dat hij hierover gaarne een nadere uitleg zou krijgen,
De VOORZITTER antwoordt dat bij bepaalde soorten van deze werken het ge
bruikelijk is dat de subsidie wordt gebaseerd op het aantal cliënten. Deze ver
deling wordt ook bij andere soorten maatschappelijk werk toegepast, hat het
achteraf toekennen van de subsidie betreft vindt zijn oorzaak in het feit dat
dit een betrekkelijk klein bureau is en dat er niet vooraf valt te zeggen waar
de mensen eventueel geholpen zullen worden, liet rijk heeft bij beschimking van
7-2-68 ook pas over 1966 de subsidie vastgesteld. Bij het rijk gebeurt het meer
dat de subsidie achteraf wordt vastgesteld.
Het lid BRAAT is van mening dat, wanneer dit wordt doorgevoerd, men dan
nog alle mogelijke subsidieverzoeken zal gaan krijgen. De toekenning van dit
soort subsidie gaat 3 joar terug. Hij vindt dat dit toch wel te ver gaat.
De VOORZITTER licht toe dat de toekenning van subsidie aan andere maat
schappelijke instellingen altijd achteraf gebeurt, daar het rijk de subsidie
voor deze instellingen altijd achteraf vaststelt.
Het lid BRAAT vraagt of de burgers van de gang van zaken bij en de diverse
werkzaamheden van dit bureau op de hoogte zijn. Hij zegt begrepen te hebben
dat het consult gratis is.
De VOORZITTER antwoordt dat het consult inderdaad gratis is en dat ver
schillende instanties van de werkzaamheden van bedoeld bureau op de hoogte
zijn.
Het lid ACHTERBERG zegt in de stukken 2 namen gelezen te hebben, name
lijk; Bureau voor Huwelijksaangelegenheden en Stichting Katholiek Bureau voor
HuwelijksaangelegenhedenHij informeert of dat toch maar een instelling be
treft.
De VOORZITTER antwoordt dat dit inderdaad een en dezelfde instelling is.
Het lid ACHTERBERG vindt het ook vreemd dat nu, dus achteraf, voor 1966
subsidie aan dit bureau wordt toegekend. Manneer er subsidie gevraagd werd
voor 1968 of een voorschot voor 1969 was er, volgens hem, niets op tegen ge
weest, maar nu een subsidie toekennen over 1966 vindt hij een vreemde zaak.
Hij is het in deze volledig met het lid Braat eens.
Het lid van ELZAKKER informeert of ook de andere gemeenten voor hun aan
deel een dergelijk subsidieverzoek hebben ontvangen.
De VOORZITTER zegt dat dit inderdaad het geval is.
Het lid den BOER vraagt of het bekend is hoeveel mensen er nu door ge
noemd bureau worden geholpen; of dit nog 21 personen zijn of dat het aantal
beduidend hoger is.
De VOORZITTER antwoordt dat er vorig jaar lange tijd een vacature van
psychiatrisch maatschappelijk werkster is geweest, doch dat nu in deze vaca
ture is voorzien.