-12-
Daar alle raadsleden zich hiermede kunnen verenigen wordt zonder hoofde
lijke stemming besloten dit voorstel tot een volgende vergadering aan te
houden
22. Voorstel tot overdracht recht van erfpacht aan Instituut St. Anna
over gedeelte perceel D 1886.
Dit voorstel is van de agenda afgevoerd.
25. Voorstel tot het verlenen van medewerking aan de woningstichting St.
Bernardus voor de bouw van 24 beiaardenwoningen en aanvragen van steun
uit 's ri.iks kas voor dat bouwplan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
24. Rondvraag.
Het lid BRAAT vraagt hoe het met de vestiging van Hunter Douglas staat.
Enkele maanden gelden hoorde men hierover enkel optimistische geluiden. Nu
zijn dit meer pessimistische klanken geworden.
De VOORZITTER antwoordt dat het college van burgemeester en wethouders
niets van deze pessimistische geluiden bekend is. Een dezer dagen is aan
Hunter Douglas nog bericht gestuurd aangaande de oplevering van de laatste
2 ha industrieterrein. Vandaag is van Hunter Douglas bericht ontvangen dat
hiermede wordt ingestemd en de notaris bericht is gezonden dat tot passering
van de akte kan worden overgegaan.
Het lid BRAAT merkt op dat het lid Meijers in zijn beschouwingen, bij
de behandeling van de gemeentebegroting 1968, de werkgelegenheid als primair
belang heeft gesteld. Men zit hier nu al enkele jaren tegen een werkloosheid
aan te kijken. In eerste instantie is het een taaie van burgemeester en wet
houders om werkgelegenheid te scheppen, doch dat er ook een taak voor de raad
is weggelegd om deze zaak te stimuleren. Een concept—briefgericht aan
Hunter Douglas, welke hij het college van burgemeester en wethouders ter hand
wil stellen, heeft hij bij zich. De tekst luidt als volgt:
"De gemeenteraad van Oudenbosch in vergadering bijeen op 21 maart 1968 spreekt
zijn ernstige bezorgdheid uit over het uitblijven van elke activiteit op het
door u aangekochte industrieterrrein aan de Bosschendijk.
De reële hoop, die medio 1966 werd gewekt dat de Oudenbossche werkgelegen
heid na lange tijd weer eens een frisse injectie zou krijgen, is langzamer
hand vervlogen.
Hij kan begrip opbrengen voor het feit dat de algemene conjunctuur een rol
heeft gespeeld en misschien nog speelt bij de gesignaleerde teleurstellende
ontwikkeling. Dit neemt echter niet weg dat hij met lede ogen moet aanzien
dat in de omringende gemeenten talrijke nieuwe industrieën verschijnen, ter
wijl Oudenbosch met een imposant maar levenloos industrieterrein elke dyna
mische ontwikkeling dreigt te missen.
De raad stelt er daarom prijs op van u te vernemen waarom er niets gebeurt
en hoelang deze situatie zal duren. Hij meent recht te hebben op een open
hartig en duidelijk antwoord, gezien de verantwoordelijkheid die hij voelt
voor de destijds genomen beslissing practisch het gehele industrieterrein
Bosschendijk aan Hunter Douglas te verkopen, daarbij doelbewust het risico
nemend een uitgifte in gedeelten van dit terrein voor goed uit te sluiten.
Hij hoopt spoedig een positief gedocumenteerd antwoord van u te ontvangen."