Hij vindt het vreemd dat de gemeente Oudenbosch zo een groot nadelig saldo
in dit onderhoudsfonds heeft en de andere gemeentel nietHij zou graag onder
zocht zien hoe dit komt.
De VOORZITTER antwoordt dat dit mosterd na de maaltijd is, daar hij niet
weet of de gemeente Oud en Nieuw Gastel donaties heeft gedaan. Hij weet wel
dat genoemde gemeente uit de algemene dienst donaties heeft gedaan om een
gedeelte van het onderhoudsfonds te dekken. De gemeente Oudenbosch moest eerst
zorgen dat het tekort gedekt kon worden.
Het lid den BOER merkt op dat dergelijke kwesties in de toekomst vermeden
moeten worden.
De VOORZITTER antwoordt dat dit nu niet meer voorkomt, daar de woning
wetwoningen reeds zijn overgedragen. Het gemeentelijk woningbedrijf heeft
nu nog slechts ongeveer 60 woningen in exploitatie.
Het lid ACHTERBERG zegt dat door hem bij de behandeling van de begro
ting 1968 de gedachte is gelanceerd dat aan de raad ieder kwartaal een over
zicht zou worden overgelegd, betreffende de gevoteerde credieten, de reeds
uitgegeven bedragen ter zake en de reden van een eventuele overschrijding.
Wanneer om de 3 maanden te zien was wat er met de gevoteerde credj^en is ge
beurd, dan behoefde men ook niet zo lang over deze kwestie te praten.
De VOORZITTER antwoordt dat voor een bepaalde datum de woningwetwoningen
zijn overgedragen en dat daarna nog enige tijd verschillende rekeningen
achterop kwamen.
Het lid ACHTERBERG zegt desondanks bij zijn eerder gedane suggestie te
blijven.
De VOORZITTER licht toe dat door de mensen van een bepaalde afdeling
gedacht is dat een crediet van 100.000,voldoende was, doch dat dit een
vergissing is geweest.
Het lid KEIJ vraagt zich af of de waarde van de desbetreffende panden
niet is gestegen vanwege de doorstroming van bepaalde gezinnen.
Het lid van OOSTERHOUT antwoordt dat in bepaalde woningen veel geld is
gestoken voor het onderhoud van deze panden, bijvoorbeeld voor het leggen van
nieuwe vloeren, bepleistering van muren en dergelijke. Ook voor het schil
deren van deze woningen is veel geld uitgegeven. Er is inderdaad veel geld
uitgegeven voor personen, die lichtzinnig gingen verhuizen. Daarbij komt nog
dat tientallen woningen slecht gezet zijn en dat na korte bewoningstijd de
mensen, voor het aanbrengen van verbeteringen, een beroep op de gemeente doen.
Het lid van ELZAKKER concludeert dat, nu het onderhoudsfonds wordt over
schreden en ook de huizen er niet beter door geworden zijn, dan ook hierop
geen claim kan gelden.
De VOORZITTER antwoordt dat over deze kwestie met de woningstichting
overleg is gepleegd en dat hij deze aangelegenheid nog wel eens met het be
stuur van genoemde stichting wil bespreken. Het zou misschien kunnen dat
elke partij ieder de helft van het overschreden bedrag voor zijn rekening
neemt. Uanneer er evenwel bericht ontvangen wordt dat de woningstichting
dit bedrag niet accepteer^dan zal de gemeente toch het nu voorgestelde be
drag dienen te betalen. Hij stelt voor dit punt tot een volgende vergadering
aam te houden.