-8- 18. Rondvraag. Het lid KEIJ vindt de oplossing van de verkeerssituatie ter plaatse van het Oostvaardeke niet bevredigend. De verbinding Kade - Oostvaardeke is nu, door het plaatsen van de vereiste verkeersborden, voorrangskruising geworden. Deze, ter aanduiding van een voorrangskruising, geplaatste borden, staan, volgens hem, niet goed en dienen geplaatst te worden bij de kruising Roose- veltstraat. Hij stelt voor de nu aangebrachte verkeersborden op de andere hoeken te plaatsen. De VOORZITTER zegt toe dat deze kwestie bekeken zal worden. Het lid van ELZAKKER merkt op dat hij zelf verschillende malen bedoelde kruising passeert en dat bedoelde kruising niet is te overzien. Men moet nu ter plaatse stoppen. Ook hij stelt voor de verkeersborden op de andere hoe ken te plaatsen. Het lid de UIT zegt gevraagd te hebben of het mogelijk is de kruising van de Bornhemweg met de Langeweg als voorrangskruising aan te wijzen. De op lossing voor de door hem gestelde vraag is echter niet bevredigend te noemen, daar ter plaatse een waarschuwingsbord "gevaarlijke kruising" is geplaatst. Hij informeert of er wellicht alsnog aandacht aan deze situatie besteed kan worden. De VOORZITTER antwoordt dat bedoeld bord geplaatst is op advies van de rijkspolitie. Men kan natuurlijk van mening verschillen of het geplaatste bord afdoende is, doch van de andere kant kan niet elke kruising als voorrangs— kruising worden aangemerkt. Hij zegt toe dat deze vraag bekeken zal worden. Het lid de WIT informeert naar de door hem gestelde vraag betreffende het industrieterrein langs de Mark. De VOORZITTER verwijst hiervoor naar het antwoord/ op de desbetreffende vraag. Het lid de WIT merkt op dat de drainage niet goed loopt. Het terrein zelf is echter inderdaad gewoeld. De SECRETARIS licht toe dat het water de drains niet kan berÉ^ken. Het lid de WIT informeert voorts hoe het staat met de regenafvoer in de Klinkstraat. De VOORZITTER antwoordt dat dit werk wordt uitgevoerd. Het lid de WIT vraagt of het mogelijk is om aan de Oudlandsedijk een regenafvoer te laten aanbrengen. De VOORZITTER zegt toe dat deze vraag bekeken zal worden. Het lid de WIT merkt op dat uit het antwoord op de gestelde vraag, de bekendmaking van noodslachtingen betreffende, blijkt dat slechts in kleine kring een eventuele noodslachting wordt bekend gemaakt. Volgens hem hebben dan nog niet alle inwoners van de gemeente hier iets aan. De VOORZITTER antwoordt dat het meestal om kleine hoeveelheden vlees gaat en dat de kern van de gemeente hiervoor groot genoeg is om dit vlees af te nemen. Het lid KEIJ merkt op dat het in de praktijk altijd zo was dat meestal dezelfde personen altijd het eerste met de beste stukken vlees weg waren.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1968 | | pagina 24