-10-
21 Voorstel tot aanleg van parkeerhaven en trottoirs bi.j de Pauluskerk/
102e wijziging gemeentebegroting 1968.
Het lid de WIT had gaarne een nadere toelichting wat betreft het aan
tal auto's, dat op deze parkeerplaats geparkeerd kan worden.
De VOORZITTER kan dit aantal niet precies zeggen, doch volgens hem
kunnen er nogal vrat auto's staan, Deze parkeerplaats is geprojecteerd over
de gehele breedte van de Brink. Voor 10.000,heeft men ter plaatse
zowel parkeerplaats als trottoir.
Het lid den BOER merkt op reeds in de vergadering van de commissie
voor openbare werken gezegd te hebben dat deze aangelegenheid niet zo ur
gent werd geacht. Een trottoir is er in het verleden ter plaatse nooit ge
pland, doch nu gaat men daar een trottoir aanleggen. Voor hetzelfde geld
had men dit destijds kunnen doen.
De VOORZITTER dacht dat het verstandig was dit plan nu toch uit te
voeren, te meer daar ter plaatse een haast onhoudbare toestand is ontstaan
en ook om de ontwikkeling van het verkeer voor te blijven.
Het lid ACHTERBERG wil deze kwestie ruim zien. Daar er ter plaatse
verschillende scholen zijn moet, volgens hem, dit trottoir er zo gauw mo
gelijk komen. In deze wijk zijn 3 gevaarlijke oversteekplaatsen voor school
gaande kinderen. Eigenlijk dienen er voor deze kinderen oversteekplaatsen
te komen, te meer daar de ProfMulderslaan te zijner tijd de hoofdverbin
ding door bedoelde wijk gaat vormen. Dit trottoir moet er zo spoedig mo
gelijk komen, aldus spreker.
De VOORZITTER geeft toe dat er destijds voorzieningen getroffen hadden
moeten worden, doch is van mening dat dit plan nu toch uitgevoerd moet wor
den.
Het lid den BOER informeert of het bij de aanleg van deze parkeerhaven
niet practischer zou zijn als hft trottoir bij de aan te leggen parkeer
plaats werd getrokken.
De VOORZITTER meent deze suggestie te moeten bestrijden, gezien de
meerdere ingangen van de Pauluskerk.
Het lid BROUWERS merkt op dat, wanneer op deze parkeerplaats vracht
wagens gaan parkeren er dan voor de mensen met personenauto's niet veel
plaats zal overblijven om te parkeren. Hij vraagt of deze kwestie niet
zodanig te regelen is dat dit voorkomen wordt. Hij informeert of de parkeer
vakken wellicht zodanig kunnen worden aangelegd, dat deze niet door vracht
wagens gebruikt kunnen worden.
De VOORZITTER antwoordt dat vrachtwagens toch ook ergens moeten kunnen
parkeren. Er zijn wellicht wel enige mogelijkheden toe te passen, waardoor
het parkeren van vrachtwagens op de aan te leggen parkeerplaats wordt voor
komen. Op de parkeerhaven kan men bijvoorbeeld bomen plaatsen of de par
keervakken zodanig aanleggen dat er geen vrachtwagens kunnen parkeren. Hij
zegt toe deze kwestie onder de aandacht van de directeur van de dienst ge-r
meentewerken te brengen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.