-3- afgedaan. Hij is van mening dat men nu niet nog eens met de huurders moet gaan praten. Er heeft een bespreking met een deputatie van de huurders plaats gehad en het college van burgemeester en wethouders was van mening dat deze zaak schriftelijk kon worden afgedaan. Hij dacht dat men een beleid moest voeren zoals een goed beheerder betaamt. Het lid de HAAS merkt op dat het exploitatie-tekort op deze woningen toch niet zo maar plotseling ontstaat. Een exploitatie-tekort groeit toch jaarlijks aan. De VOORZITTER antwoordt dat het exploitatie-tekort van deze woningen elk jaar in de begroting is terug te vinden. De exploitatie-opzet is door de betreffende afdeling van de secretarie opgesteld en naar aanleiding hiervan kwam deze huurverhoging uit de bus. Het exploitatie-tekort is elk jaar gro ter geworden. Een huurverhoging van 30,per maand moet, volgens hem, geen bezwaar zijn. Gezien de aangevoerde motieven wilde hij deze kwestie niet terugnemen en nogmaals bezien. Op de laatstverstuurde brief is door het college van burgemeester en wethouders geen reactie ontvangen, zodat van de gedachte is uitgegaan dat deze zaak rond was. Het lid de HAAS merkt op dat de huurovereenkomsten bij brief van 4-11-68 naar de bewoners zijn gezonden. Hij vraagt of, zolang de huurders de nieuwe huurovereenkomst niet hebben getekend, de oude huur van 30-9-67 blijft gehandhaafd. De VOORZITTER antwoordt dat, wanneer de huurder vindt dat de nieuwe huur te hoog is, hij nog maximaal 2 jaren de oude huur kan blijven betalen, tenzij de rechter hieromtrent een andere uitspraak heeft gedaan. Het is de bedoeling van burgemeester en wethouders geweest om deze woningen tegen kost prijs te verhuren. Vanuit het standpunt van burgemeester en wethouders gezien dacht hij dat dit een goede zaak was geweest. Het lid de WIT zegt er van op te kijken dat dergelijke brieven van het gemeentebestuur zijn uitgegaan. Hij is van mening dat deze huurverho ging toch ook wel in 2 of 3 fasen verwezenlijkt had kunnen worden. De VOORZITTER antwoordt dat bedoeld schrijven misschien wel wat hard is geformuleerd. Deze huurverhoging had ook in 2 of 3 fasen verwezenlijkt kunnen worden, hoewel men hiermede weinig opgeschoten zou zijn. Nu is dit overbodig daar de huurovereenkomsten, misschien op 1 na, allemaal getekend zijn en deze zaak dus nu geregeld is. Het lid de HAAS is het hiermee niet eens. Hij is tegen deze hele gang fan zaken. Hij stelt voor de leden van de raad bij hoofdelijke stemming te laten beslissen of deze zaak teruggenomen en opnieuw besproken wordt. Hij spreekt zijn misnoegen over deze handelwijze uit. De VOORZITTER vindt het onverstandig om nogmaals op deze zaak terug te komen, vooral nm de huurders het huurcontract getekend hebben. Wanneer het lid de Haas hoofdelijke stemming verlangt dan zou hij het zo willen stel len dat er dan gestemd wordt vóór of tegen het door burgemeester en wethouders gevoerde beleid. Hij vindt dit evenxfel ook een moeilijke zaak. Het lid van ELZAKKER merkt op dat er al veel over deze kwestie gezegd is en deze zaak de gemoederen wellicht heeft verhit. Hij betreurt het dat deze zaak zo is gespeeld en verzoekt het college van burgemeester en wet houders te proberen deze aangelegenheid een zodanige wending te geven waar door de betreffende personen tevreden worden gesteld. Hij vindt het jammer

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1968 | | pagina 121