WONINGBOUW.
De productie van woningen bedroeg in 1966 s
woningwetwoningen 53
premie-woningen 15
vrije sector woningen 26
Totaal 94 woningen.
Op 31-12-66 waren in uitvoering 68 woningen. De getallen voor 1965, resp.
eind 1965 waren 67 en 51.
Hoewel deze getallen tot enige tevredenheid mogen stemmen is het helaas
niet zo dat daarmee de woningnood binnen afzienbare tijd opgelost zal zijn.
Het is voor het college van burgemeester en wethouders telkenmale een ont
moedigende bezigheid om woningen toe te gaan wijzen uit een dermate grote lijst
van woningzoekenden, die eerder groter dan kleiner lijkt te worden.
Bij alle zorgen die er over de aan ons toevertrouwende belangen zijn,
aarzel ik niet de woningnood als de ver uit grootste en beangstigendste te
noemen.
Het vrijmaken van de woningbouw in de zgn. particuliere sector, hetwelk
de minister van Volkshuisvesting voor onze provincie m.i.v. 15 december 1.1.
deed, viel ongelukkigerwijze samen met zodanige moeilijkheden op de kapitaal
markt, tot uiting komend in een zeer hoge rentevoet, dat toename van de bouw
van vrije sectorwoningen niet verwacht behoeft te worden.
Bij schrijven van 9 november 1.1. berichtte het college van burgemeester
en wethouders aan Gedeputeerde Staten over de ernst van de toestand, zoals
die nu in Oudenbosch bestaat. Van toen net ontvangen nieuwe inschrijvings
formulieren voor de lijst van woningzoekenden, kon de volgende opgave worden
gedaan:
1bewoonde onbewoonbaar verklaarde woningen 5
2. zeer slechte woningen 79
3in-woningen 14
4. ongehuwden die met huwelijk op toewijzing woning wachten 56
5. personen die buiten Oudenbosch wonen maar ter plaatse werken 35
Totale behoefte 189 woningen,
Het statistisch overzicht dat per 31 december werd opgemaakt komt op
een totaal aantal van 149 woningzoekenden, te vermeerderen met ca 100 krot
woningen, totaal derhalve op bijna 250 woningen.
Het werd door ons als een bittere teleurstelling ervaren dat met deze
gegevens voorhanden, dezer dagen bericht werd ontvangen dat de gemeente
Oudenbosch in 1967 10 woningwetwoningen zal mogen bouwen, waarvan 4 bestemd
voor krotopruiming en sanering.
Het is ons werkelijk een raadsel hoe het mogelijk zal moeten zijn binnen
afzienbare tijd het enorme tekort op deze wijze in te halen.
Een teleurstelling temeer vormde de mededeling van de minister van Volks
huisvesting ook dezer dagen gedaan, dat extra contingenttoelage voor woningen
gebouwd volgens zgn. keuzeplan, m.i.v. 1967 vervallen zijn verklaard. Daarmee
is ons dus elke mogelijkheid ontnomen om het in eerste instantie toegewezen
getal van 10 woningwetwoningen te vermeerderen. Wellicht dat later in het
jaar blijkt dat van ongebruikt contingent elders een gedeelte in Oudenbosch
aangewend mag worden. Die geringe hoop blijft ons nog.
Enige hoop mag er voorts zijn dat de ernst van de woningnood de inwoners
van de gemeente aan zal sporen zelf een bescheiden bijdrage tot de oplossing
van hun problemen te leveren.