-11-
16 Oktober 1965 tot 1 juni 1966, het tweede stadhouderloze tijdperk.
De heren Keij en van Oosterhout stonden wederom aan het roer, zodat een be
houden vaart verzekerd was.
Op 1 juni 1966 aanvaardde de heer van Casteren het ambt van burgemees
ter, waarmede de derde periode een aanvang nam.
Uw snel inwerken in de problemen van de gemeente, uw humaan optreden,
uw zorg voor hen, die het moeilijk hebben in het leven, vestigen de beste
verwachtigen. Reeds twee uiterst belangrijke zaken zijn flink ter hand ge
nomen, t.w. een modern geoutilleerd bejaardentehuis en een gemeentehuis,
Oudenbosch waardig.
Uit deze vluchtige schets moge u concluderen dat het werk als gemeente
secretaris in Oudenbosch in deze jaren boeierden veelzijdig was en mij veel
voldoening heeft geschonken.
Het verplicht mij allen te danken, die in de loop van de 25 jaren deel
hebben uitgemaakt van de raad en van het college van burgemeester en wethou
ders en de huidige bestuurders.
Ik heb getracht mijn taak zo goed mogelijk te vervullen, al weet ik
zelf maar al te goed, daarin slechts gedeeltelijk te zijn geslaagd. De wil
was goed, het vlees wel eens zwak.
Bijzondere dank ben ik verschuldigd aan u, meneer de burgemeester en aan
u meneer Keij, de zo vitale nestor van de raad, voor uw woorden van sympathie
en waardering. Niet minder voor de mooie geschenken.
Zij zijn een aansporing gedurende de derde periode nog eens extra mijn
best te doen voor het wel en wee van Oudenbosch.
Bij mijn taakvervulling heb ik steeds ten volle kunnen rekenen op de
toegewijde steun van alle ambtenaren, waarvoor ik in deze kring mijn res
pect en waardering zo gaarne uitspreek.
Ik denk hierbij ook aan hen, die inmiddels de dienst van de gemeente Ou
denbosch hebben verlaten hetzij wegens pensionering hetzij wegens werk elders -
Uw vriendschap en uw medeleven bij allerlei gebeurtenissen maakten het
werk lichter en verhoogden de arbeidsvreugde.
In deze dagen herleven ook nog eens de verschillende feestelijke bij
eenkomsten met het optreden van diverse markante personen.
Aan onze jaarlijkse reizen kris kras door de Benelux, waarbij ik glim
lachend denk aan de min of meer luidruchtige nacht in de Matterhorn. Spe
ciaal het land van onze zuidelijke buren trok ons aan. Het bier smaakt daar
immers zo lekker, In dit verband mogen ook de raads-excursies beslist niet
onvermeld blijven.
De woordvoerders van het ambtenarenkorps de heren Klijs en Brans dank
ik ten zeerste.
Zeer in het bijzonder voor het prachtige cadeau.
Omringd in deze 25 jaren door voortvarende en prettige bestuurders,
gesteund door vakbekwame en plichtsgetrouwe medewerkers, dit alles dwingt
mij tot dankbaarheid en erkentelijkheid jegens u allen*
Ik moet het nu laten bij een wederwoord, ik hoop in de toekomst te laten
volgen een wederdaad."
5. Sluiting.
^e VOORZITTER sluit de vergadering met gebed.
de voorzitter
