-2- 4. Viering 25-iarig .jubileum als gemeentesecretaris van de heer J.F. van Hoek. De VOORZITTER heet, na heropening van de vergadering, alle aanwezigen van harte welkom, in het bijzonder de heer en mevrouw van Hoek en spreekt als volgt: "Leden van de raad, zeer gewaardeerde secretaris, mevr. van Hoek! Deze vergadering is belegd om het 25-jarig jubileum als secretaris der gemeente Oudenbosch, van u, meneer van Hoek, te memoreren. Het komt u ten volle toe, dat de gemeenteraad een 25-jarige loopbaan van een functionaris waarvan art. 108 der Gemeentewet zegt dat hij raad, burge meester en wethouders, burgemeester en commissies, behulpzaam is in alles wat het hun opgedragen bestuur aangaat, op een officiële wijze herdenkt. Het was dus op 1 augustus 1.1. 25 jaar geleden dat u tot de eervolle func tie van secretaris dezer gemeente benoemd werd. De benoeming was des te eervol ler omdat ze u werd gedaan op wel zeer juigdige leeftijd, u was toen nl. juist 29 jaar geworden. De personeelsbezetting van de secretarie bestond toen uit: 1 commies (v.Hoek), 1 adj. commies (Klijn), 2 ambtenaren (van Bergen/Allard) 1 administrateur steunverlening werkverruiming (Couwenbergh)1 bode plus een 7-tal volontairs (al of niet met gratificatie). Nu we vandaag ruim 25 jaar verder zijn wil ik eerst trachten een korte terugblik te werpen. De eerste jaren van uw ambtsperiode zullen ongetwijfeld moeilijk en ondankbaar zijn geweest. Moeilijk omdat het land toen onder duitse bezetting leefde, ondankbaar omdat er voor de gemeente betrekkelijk weinig kon worden gedaan. Het was wachten op de bevrijding. Toen die bevrijding kwam, ge lukkig zonder dat Oudenbosch ernstige oorlogsschade opliep, konden pas de handen uit de mouwen worden gestoken. Het is de lof die na zoveel jaren nog vaak klinkt van de toenmalige bur gemeester de heer Teijssen en u geweest, dat de handen inderdaad uit de mouwen gingen. Zodra er weer mogelijkheden ontstonden om in de gemeente zaken van groot belang aan te pakken, geschiedde dat ook. De woningbouw werd met een eerste uitleg in de zgn, wijk Oudland aangepakt. Toen enkele jaren daarna mogelijkheden tot industrialisatie ontstonden, werdem deze ook gretig aange grepen. Dit alles in in enkele zinnen te beschrijven, het was echter heel anders om het feitelijk te doen. De moderne stedebouw was in de eerste na-oorlogse jaren een volstrekte nieuwigheid, niet alleen dat gemeentebesturen zich tot dusverre nauwelijks met woningbouw hadden ingelaten, nog minder was dat het geval met het gehele samenspel rond verkrijging van gronden, bouwrijpmakingen, verzorging openbare nutsvoorzieningen, uitgifte voor woningbouw e.a. doeleinden, de opzet van de exploitatie daarvan e.d. Dat was de pionierstijd van de tegenwoordige plano logie en ruimtelijke ordening, die nu een vanzelfsprekende taak voor de ge meentebesturen is geworden. Hoe beter men kort na de oorlog de mogelijkheden die hier voor de toekomst lagen, inzag, hoe betere aanzet er voor een uitbouw in een later stadium zou ontstaan. Ik denk dat wij vandaag met overtuiging kunnen vaststellen dat het toen malige gemeentebestuur "het" zag en daarnaar gehandeld heeft en dat het bij dat proces een geweldige steun en stimulans aan zijn secretaris heeft gehad. Want ook voor een secretaris van een gemeente had de stormachtige na oorlogse ontwikkeling grote gevolgen. Het hoofd van het ambtelijk apparaat van de gemeente, de secretaris, had in zijn administratieve bezigheden (die ui teraard van zeer groot belang zijn) kunnen blijven, hij kon zich ook opwerpen als een beleidsadviseur van het gemeentebestuur terzake de nieuwe ontwikke lingen, Het is ons bekend dat u met volledige inzet van uw persoon voor dit nieuwe aspect der secretaris-functie hebt gekozen (zonder het van-ouds bekend secretariaatswerk te veronachtzamen) en daarbij een eigentijds vertolking hebt gegeven van de dienstbaarheid die het aangehaalde artikel der Gemeentewet een secretaris oplegt.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1967 | | pagina 88