-7-
De VOORZITTER zegt 15.000,voor dit pand een redelijke prijs te
vinden. Dit bod dient men nu aan te grijpen om straks eventueel de bode of
concierge zo dicht mogelijk bij het gemeentehuis te doen wonen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
21 Viering 25-.iarig jubileum als gemeentesecretaris van de heer J.F. van
Hoek 65e wijziging gemeentebegroting 1967.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
22. Aangaan rechtsgeding ontruiming woning met erf, stallen, bakkeet en
kippenhok. Bosschendijk 177. J. Biscop.
Het lid DEKKERS merkt op dat indertijd tussen de gemeente en de heer
Vriends toch een afspraak is gemaakt over de ontruiming van de diverse ge
bouwen. De heer Biscop zou 5.000,minder uitbetaald krijgen, wanneer
vóór een bepaalde datum de gebouwen niet ontruimd waren. Hij vindt het
jammer dat, nu de zaak er zo voorstaat, dit bedrag niet op bijvoorbeeld
15.000,is gesteld.
De VOORZITTER merkt op dat de ene taxatie 47.432,en de andere
33.157,aanwijst. Het college van burgemeester en wethouders acht het
nu beter deze zaak ter beslissing aan de pachtkamer voor te leggen.
Het lid van ELZAKKER is van mening dat de heer Vriends in deze in ge
breke is gebleven en vindt dat derhalve de heer Vriends deze zaak dient te
betalen.
De VOORZITTER merkt op dat de gemeente in deze juridisch niet erg
sterk zal staan. Er is geruime tijd onderhandeld over de ontruiming van het
gekochte en de daaraan verbonden uit te keren schadevergoeding. Er zit op
het ogenblik niets anders op dan deze zaak ter beslissing aan de pachtkamer
voor te leggen.
Het lid van ELZAKKER zegt nogmaals ook de heer Vriends in deze schuldig
te vinden, daar genoemde heer Vriends eigenlijk het vuurtje heeft aangestoken.
Volgens hem lean deze Vriends nu toch niet van deze hele kwestie af zijn. Dit
zou eigenlijk niet rechtvaardig zijn.
Het lid de WIT merkt op dat de taxateur, de heer Lous, op het laatst
pas weer heeft toegegeven dat zijn taxatie te hoog was.
De VOORZITTER antwoordt dat dit niet het geval is geweest. De uitgebrach
te rapporten konden bezwaarlijk met elkaar worden vergeleken, omdat de heer
Lous slechts van summiere gegevens is uitgegaan en de N.C.B. de taxatie ge
heel uitvoerig heeft opgezet. Het rapport van de N.C.B. was voor de heer Lous
aanleiding, onder mededeling dat zijn rapport van december 1966 slechts be
doeld was om de zaak aan het rollen te brengen, zijn visie uitvoerig weer te
geven in een rapport van 19-6-67 met als eindcijfer een bedrag van 35.157,
eventueel terug te brengen op 27.657,indien de heer Biscop na datum
van overeenkomst nog óén jaar gelegenheid krijgt zelf de nodige voorziening
te treffen.
Het lid KEIJ is het in deze met het lid van Elzakker eens. Ook hij zou,
wanneer het enigzins mogelijk is, de heer Vriends in deze zaak willen be
trekken.
De VOORZITTER zegt dat er nagegaan zal worden of dit kan, hoewel het
volgens hem, zeer moeilijk zal zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het. voorstel aangenomen.