-14- De VOORZITTER antwoordt dat genoemd blad aan het lid Achterberg ter hand gesteld zal worden. Het lid BROUWERS merkt op dat er onder punt 4 van de agenda een stuk grond verkocht is aan het R.K. Kerkbestuur voor de bouw van een parochie kerk. Op de Brink is destijds een soort sggglruimte gecreëerd, doch deze is zeer verouderd. Hij merkt op dat aan de zijde van de spoorlijn een prach tig recreatieoord is gelegen, terwijl aan de andere zijde van deze spoor lij11 geen enkele speelruimte voor de jeugd aanwezig is. Hij vraagt of het wellicht mogelijk is de grond aan de Brink, die overblijft na verkoop aan kerk— en schoolbestuur, te benutten als recreatieterrein. De VOORZITTER zegt toe op deze vraag t.z.t. terug te komen. Het lid MEIJERS vraagt de mogelijkheid te bezien de speelplaats in de oude wijk en het vrijkomende terrein van de Waterleidingmaatschappij doel matig, bijvoorbeeld als parkeerterrein, en niet als stortplaats van huis vuil, te gebruiken. De VOORZITTER zegt toe dat op deze vraag t.z.t. een antwoord zal worden gegeven. Het lid de VETH merkt op dat de kinderen, wonende in de Thorbecke- straat en omgeving herhaaldelijk door de politie van de plantsoenen daar ter plaatse moeten worden gestuurd. Hij vraagt of het mogelijk is voor deze kinderen een speelweide aan te leggen. Voorts dankt hij het college van burgemeester en wethouders voor de voorgestelde verhogingen op de vergoeding van het personeel der vrijwillige brandweer. Hij verzoekt echter nogmaals aandacht te besteden aan de salarissen van de gemeentewerklieden. Hij vraagt of deze kwestie behandeld is in de commissie van georganiseerd overleg. Het lid van OOSTERHOUT merkt op dat de behandeling van deze aangelegen heid door het college van burgemeester en wethouders dient te geschieden en deze zaak hier derhalve niet ter sprake gebracht dient te worden. Deze aangelegenheid is gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders. De VOORZITTER merkt op dat bedoelde verordeningen niet worden gewijzigd dan nadat de commissie van georganiseerd overleg hierover is gehoord. Het lid de HAAS vraagt of aan deze salarisverordening dan helemaal niets meer te doen is. Hij vindt het billijk dat de gemeentwerklieden, vooral de mensen die reeds vele dienstjaren hebben, een goed loon ontvangen. De SECRETARIS licht toe dat er 6 loongroepen voor deze mensen bestaan, waarvan voor de gemeente Oudenbosch de laagste drie zijn afgeschaft. De ge meentewerklieden worden bezoldigd volgens de hoogste, of volgens de 2e of 3e loongroep. Deze mensen krijgen voorts rijwiel—, kleding—, gereedschaps— en vakantietoelage. Het betreft hier een landelijke regeling. Het lid de WIT had graag een antwoord gekregen op zijn vraag, gesteld naar aanleiding van het delegatiebesluit. De VOORZITTER antwoordt dat bedoeld besluit van 2-10-48 ter inzage heeft gelegen. Hij geeft voorts een nadere toelichting aan de hand van genoemd dele gatiebesluit. Het lid de WIT vraagt of dit besluit van kracht blijft. Hij had graag meer zeggenschap in kwesties als deze. Hij is van oordeel dat het noodzake lijk is dat voor deze aangelegenheid een commissie werd ingesteld.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1967 | | pagina 47