De VOORZITTER merkt op dat het hier geen eigendom van de gemeente be treft en de gemeente derhalve geen zeggenschap in deze heeft. Het lid DEN BOER wil als eis stellen dat de eigenaar zijn stuk grond afrastert en goed schoon houdt. De VOORZITTER merkt op dat dit altijd een moeilijkheid is met particu lier terrein. De mensen gooien op hun terrein weg wat ze kwijt willen zijn, zodat de fout derhalve bij de mensen zelf ligt. Ook de politie kan niet dag en nacht bij dergelijke terreinen staan om toezicht hierop te houden. Het kost de gemeente nu toch al duizenden guldens om al het her en der ver spreid liggend vuil op te ruimen. Het lid KEIJ is van mening dat er mogelijkheden gezocht moeten worden om deze stortplaatsen van vuilnis te voorkomen. Men zou de mensen bf een afrastering moeten kunnen laten plaatsen bf een soort belasting dienen te heffen. De VOORZITTER antwoordt dat hiervan goede nota is genomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 19. Voorstel tot aankoop van het pand Doelpad 17b/21e wijziging gemeente begroting 1967. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 20. Rondvraag. Het lid DEN BOER wil nog even terugkomen op de aanleg van de begraaf plaats. Er is destijds gesteld dat de tijd tekort was en dat elk tijdver lies vermeden moest worden. Verder is medegedeeld dat de zorg voor de aan leg van een begraafplaats niet langer dan ongeveer 2 jaren bij de gemeente berust. Hij zegt gehoord te hebben dat hieraan reeds in 1963 al aandacht is besteed. Hij vindt het erg dat een dergelijke zaak zo plotseling zijn beslag krijgt. Het kwam erop neer dat de ene plaats voor aanleg wel en de andere niet beviel. Men werd, wat deze kwestie betreft, voor een voldongen feit gesteld. Dit bevredigt spreker niet. Hij ziet, met uitzondering van het hoogteverschil, geen verschil tussen de twee terreinen. De VOORZITTER antwoordt dat het ene terrein verder buiten de bebouwde kom is gelegen. Het terrein aan de Pagnevaart grensde direct aan de be bouwing aldaar, terwijl het terrein,gelegen in het bestemmingsplan "Kom Oudenbosch Noord", grenst aan de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Het lid DEN BOER is bang dat deze aanleg van de begraafplaats veel geld gaat kosten. Hij informeert of het zin heeft deze zaak alsnog terug te rollen. De VOORZITTER merkt op dat dit gepaard gaat met veel tijdverlies, wat op het ogenblik niet toegestaan kan worden. De P.P.D. en het kerkbestuur hebben zich met de huidige plaats reeds accoord verklaard. De kosten van deze aanleg zullen ook wel meevallen. Het andere terrein, in de wijk Pag nevaart dus, wordt bestemd voor woningbouw. Het lid BROUWERS informeert wanneer de raad over deze zaak iets con creets zal vernemen. De VOORZITTER antwoordt dat er aan het plan gewerkt wordt en dat de raadsleden hierover t.z.t. een voorstel krijgen. Er moet hiervoor een wij ziging op het bestemmingsplan komen; het terrein ter plaatse krijgt de be stemming van begraafplaats. Dit alles heeft de instemming van de P.P.D. Ook zal hierop de goedkeuring van gedeputeerde staten verkregen worden. Hij heeft een goede hoop dat er nog in 1967 gestart kan worden. Het lid MEIJERS vindt het prachtig dat de parkeerplaats aan de Markt zijn beslagheeft gekregen. Hij vraagt of het mogelijk is aan de zijde van

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1967 | | pagina 31