-3-
De VOORZITTER licht toe, dat de fout niet in de begroting, maar in de
salarisverordening zit. Deze verordening zal in de commissie van georganiseerd
overleg worden besproken.
Het lid van OOSTERHOUT wilde gaarne nog een verdere toelichting geven op
de gestelde vraag van het lid de Veth, De werklieden zijn in een bepaalde
salarisschaal ingepast. De laagste 3 loongroepen zijn in deze gemeente zelfs
afgeschaft. Er wordt voor deze mensen echt wel uitgehaald wat er in zit. Deze
salarisschaal is bezien in samenwerking met de commissie van georganiseerd
overleg.
Aangezien niemand meer het woord verlangt wordt zonder hoofdelijke stem
ming besloten tot vaststelling van de bedrijfsbegrotingen en de gemeentebe
groting voor het dienstjaar 1967.
5. Toekenning subsidies 1967 1e wijziging gemeentebegroting 1967.
Het lid MEIJERS vindt de toekenning van een subsidie genoemd onder d van
de plaatselijke verenigingen nogal ingrijpend, daar het subsidie van 25,
op 100,per leerling wordt gebracht. Dit betekent een verhoging van
75»per leerling.
De VOORZITTER ligt deze subsidieverhoging aan de hand van een van het
schoolbestuur St. Louis ontvangen schrijven nader toe.
Het lid ACHTERBERG merkt op dat er onder b van de subsidie-toekenning
aan plaatselijke verenigingen pogingen gedaan zijn de belangstelling voor
muziek te stimuleren via de school voor amateuristische kunstbeoefening. Hier
bestaan zeker mogelijkheden om deze belangstelling te bevorderen. Concreet
is er echter nooit iets van gekomen. Het college van burgemeester en wet
houders moest eigenlijk kunnen bevorderen dat de animo voor de muziek via
deze school voor amateuristische kunstbeoefening aangekweekt werd.
Het lid van ELZAKKER is het lid Achterberg dankbaar voor deze opmerking.
De Oudenbessche Harmonie genoot eerst een subsidie van het rijk ten bedrage
van 2.500,Dit bedrag is teruggebracht tot 1.000,Moet nu de school
voor amateuristische kunstbeoefening ingeschakeld worden, dan zou dit de ge
meente heel wat geld gaan kosten. Er kan slechts een bepaald bedrag beschik
baar gesteld worden. Van dit bedrag kan men iets doen, maar ook niet alles.
De VOORZITTER zegt dat in de loop van het jaar bekeken zou kunnen worden
of voor deze kwestie een of andere oplossing te vinden is.
Het lid BROUWERS merkt op dat er onder g van de plaatselijke vereni
gingen geen subsidiebedrag is aangevraagd. Hij meent te weten dat het bestuur
van de Jeugdsoos dit mondeling gedaan heeft bij het college van burgemeester
en wethouders.
De VOORZITTER zegt dat dit ook inderdaad het geval is. De bescheiden zijn
ingezien en aan de hand daarvan is men tot het voorstel gekomen de Jeugdsoos
een startsubsidie van 500,te verlenen.
Het lid BROUWERS merkt op dat deze vereniging ruim 100 leden telt en er
nu wordt voorgesteld 500,subsidie te verlenen. Hij is de mening toege
daan dat aan deze vereniging voor dit jaar wel een startsubsidie van 1.000,-
verleend mag worden. Volgend jaar zou de Jeugdsoos dan met de jeugdvereni
gingen gelijkgesteld kunnen worden, wat de subsidieverlening betreft.
De VOORZITTER geeft aan de hand van een schrijven d.d. 25-1-67 van ge
noemde vereniging een nadere toelichting.