-5-
De stemming heeft tot
resultaat:
Aantal stemmen
I.
Mej. M. Onrust
12
Mej. A. Bergers
1
II.
C. Kies
13
P, Schijven
0
III.
J. Wagemakers
13
A. Rubbens
0
IV.
H. van Loon
11
A, Dingemans
2
V.
P. van Rijsbergen
10
J. van Heer
3
Benoemd zijn dus Mej.
M. Onrust en de heren C. Mies, J. Wagemakers,
H. van Loon en P. van Rijsbergen.
10. Voorstel tot het verlenen van voorschotten op de vergoeding ex artikel
101 van de Lageronderwijswet 1920 over 1968.
11. Voorstel tot afrekening van de vergoeding ex artikel 101 van de Lager-
onderwijswet 1920 over 1967 112e wijziging gemeentebegroting 1967.
12. Voorstel tot het verlenen van een eenmalig subsidie aan de stichting
Jestbrabants Jongerenkoor en Symfonieorkest 113e wijziging gemeente
begroting 1967.
13. Voorstel tot wijziging der Intercommunale I.Z.A.—regeling Noord-Brabant,
strekkende tot het verlenen van medewerking aan het in het leven roepen
van een "Stichting gemeenschappelijke adviesorgaan ten dienste van de
instituten ziektekostenvoorziening ambtenaren.
Zonder hoofdelijke stemming worden deze voorstellen aangenomen.
14. Voorstel tot intrekking van de 85e wijziging gemeentebegroting 1967 i.v.m.
de uitbetaling ineens van resteren! subsidie Behoud Basiliek en vast
stelling nieuwe wijziging 114e wijziging gemeentebegroting 1967.
Het lid den BOER vraagt of dit enkel een kwestie van boeking is. Per
jaar bedraagt de uitgaaf nu 9.241,27. Hij komt nu aan een verschil van
29 x 847,27 en informeert hoe dit nu precies zit.
De VOORZITTER geeft een toelichting op deze vraag.
Het lid BROUIJERS zegt precies dezelfde vraag gesteld te willen hebben
als het lid den Boer. Ook na de toelichting is hem alles nog niet geheel
duidelijk geworden.
De VOORZITTER antwoordt dat, wanneer men vandaag bijvoorbeeld een le
ning afsluit, men dan misschien 6c/° rente moet betalen. 10 jaar geleden be
taalde men voor deze lening bijvoorbeeld 5V° rente. De gemeente heeft destijds
gezegd dat aan de Stichting Behoud Basiliek een bepaald bedrag werd toege
staan. Het rentepercentage wordt van jaar tot jaar vastgesteld. Het college
van gedeputeerde staten zal ook het vroegere rentepercentage niet accepteren.
De gemeente belast eigenlijk zichzelfdaar het hier een interne verrekening
betreft.
Het lid den BOER merkt op dat destijds is besloten dat de Stichting Be
houd Basiliek een bepaald bedrag zou ontvangen, tegen een bepaalde rente. Hij
vraagt zich af of de Stichting Behoud Basiliek nu in wezen meer ontvangt.