-4-
De VOORZITTER antwoordt dat er eigenlijk maar één commissie van enig be
lang is, namelijk de commissie voor openbare werken. In het voorstel aan de
raad is toch duidelijk gesteld hoe de samenstelling van deze commissie is.
De raad bestaat uit een bepaalde politieke samenstelling en deze samenstel
ling van de raad is een politieke realiteit. Hij vindt het persoonlijk on
verstandig wanneer een dergelijke commissie zou worden ingesteld, daar deze
commissie een andere politieke samenstelling zou krijgen dan de raad.
Het lid ae WIT is van mening dat politiek niets met deze zaak te maken
heeft.
De VOORZITTER antwoordt dat de politieke samenstelling van de raad de
wil is van de ingezetenen van de gemeente.
Plet lid de VETH is het in deze met het voorstel van het lid de Wit eens;
ook hij had graag gezien dat er van elke fractie één lid in een commissie
zitting had.
De VOORZITTER vindt het een gevaarlijke zaak om van elke fractie één
lid in een commissie te benoemen. Het de voorzitter mee zou een dergelijke
commissie 7 leden gaan tellen, met wellicht een andere politieke samenstel
ling dan de raad. In de commissie voor openbare werken hebben 4 ledeb van de
raad zitting en hij vindt dit ideaal voor wat betreft de afspiegeling van de
raad. Een commissie behoort een minderheid van de raad te blijven. De uit
eindelijke beslissing over bepaalde zaken moet aan de raad blijven.
Het lid KEIJ had het ook mooier gevonden dat van elke fractie één lid
in een commissie zitting zou hebben. Dit kan nu echter niet. Bij de laatste
gemeenteraadsverkiezing is de leuze geuit dat men tot een bredere samenwer
king wilde komen. Deze leuze is echter niet bewaarheid. Een bepaalde groep
raadsleden krijgt geen zitting in de raadscommissies. Hij begrijpt dat de
commissies te groot zouden iirorden, wanneer er van elke fractie één lid in
deze commissies zitting zou hebben. Hij is evenwel van mening dat alle leden
van de raad in de gemeentezaken inzicht dienen te krijgen.
De VOORZITTER zegt het voorstel in stemming te willen brengen, met dien
verstande dat het betreft de instelling van een commissie van voorbereiding
van de eerder aangegeven onderwerpen.
Het lid van ELZaKKER zegt dat er nu gesteld wordt dat de raad tot stem
ming moet overgaan. Persoonlijk wilde hij over deze kwestie liever niet stem
men. Het college van burgemeester en wethouders bereiden nu ook al deze zaken
voor en naar zijn mening gebeurt dit goed. Zowel het college van burgemeester
en wethouders als de commissie voor openbare werken doen voorstellen aan de
raad; doch de raad heeft tenslotte de uiteindelijke beslissing. Volgens hem
moeten deleden van de raad voor deze zaken begrip hebben. Hij wilde, evenals
vroeger, wederom vrede en welvaart hebben in de raad. Hij is van mening dat
er over deze aangelegenheid niet gestemd behoeft te worden. Wanneer het col
lege van burgemeester en wethouders van mening is dat er aan de instelling
van een raadscommissie geen behoefte bestaat, kan hij zich hiermede volledig
verenigen.
De VOORZITTER antwoordt dat dit voorstel in stemming gebracht moet wor
den, daar het een voorstel betreft van 3 leden van de raad.
Hij gaat hierna tot hoofdelijk stemming over.
De loting wijst aan, dat het lid van ELZAKKER (nr. 11 van de presentie
lijst) als eerste stemt. De uitslag is als volgt;