Artikel 62. a, commissies van advies uitsluitend aan het college van burgemeester en wet houders of de burgemeester. Deze commissies worden door het college van burgemeester en wethouders, res pectievelijk de burgemeester ingesteld. De keuze van de personen is vrij. b. vaste commissies van advies en bijstand aan het college van burgemeester en wethouders. Deze commissies worden ingesteld door de raad op voorstel van het college van burgemeester en wethouders. Als het college van burgemeester en wethou ders geen voorstel doet, kan de commissie er niet komen. Het gaat nu om de vraag hoe het voorstel van de 3 raadsleden beoordeeld moét worden. Dit is niet geheel duidelijk. Dit is niemand kwalijk te nemen, daar het college van burgemeester en wethouders ook nu pas zich in deze materie is gaan ver diepen. Als bedoeld wordt een commissie, zoals de commissie voor openbare werken, dan is deze zaaK juridisch vlug beslist; een zodanige vaste commissi* van advies aan het college van burgemeester en wethouders kan er zonder voorstel van genoemd college niet komen. Als bedoeld wordt een commissie voor de behartiging van bepaalde belangen, volgens het gestelde onder artikel 61 onder a, dan zijn er 2 mogelijkheden: a. de commissie krijgt een taak bij het voorbereiden der vergaderingen. Dit is volgens artikel 209 van de gemeentewet aan het college van burgemeester en wethouders opgedragen maar punt S van dit artikel opent de mogelijkheid deze voorbereiding ook aan anderen, bijvoorbeeld een dergelijke commissie, op te dragen. b. de commissie krijgt de bevoegdheden van de raad en/of van het college van burgemeester en wethouders terzake de grond- en pachtzaken en woning verkopen overgedragen. Aannemende dat het laatste niet is bedoeld, blijft dus over een raadscom missie ter voorbereiding van, zoals onder punt S van artikel 209 van de gemeentewet wordt omschreven: "al hetgeen in de raad ter overweging en be slissing moet worden gebracht". Om nu tot besluitvorming terzake het voor stel te komen, stelt hij voor het raadsvoorstel terzijde te schuiven en: a. de 3 raadsleden te vragen of zij inderdaad bedoelen een raadscommissie, die een taak krijgt bij het voorbereiden van de vergaderingen van de raad over de aangegeven onderwerpen. b. zo ja, bij de raad in stemming te brengen of de raad een zodanige commis sie van voorbereiding in het leven wil roepen, waarbij van de zijde van het college van burgemeester en wethouders wordt opgemerkt dat genoemd college meent dat zij deze voorbereidende taak zelf heel goed kan verrichten, dus aan deze commissie geen behoefte heeft. Het lid de WIT zegt begrepen te hebben dat, wanneer er over het door de voorzitter zojuist genoemde voorstel is gestemd, er daarna niet meer over gepraat kan worden. De VOORZITTER antwoordt dat, wanneer er over de zojuist voorgestelde zaak gestemd is, hierover ook inderdaad niet meer gepraat wordt. Het lid de WIT vraagt zich af wie er ooit erg gehad heeft in deze, door de voorzitter, voorgelezen passages. Hij vindt dit geheel ingrijpend in ze zeggenschap van de raad. 'Wanneer men ziet v/at er het laatste jaar allemaal is gebeurd, dan is er dringend behoefte aan een dergelijke commissie. Wanneer de zetels van de raadscommissies democratisch verdeeld zouden zijn, dan zou er aan de instelling van een commissie niet zo een behoefte bestaan. Van elke fractie zou er één lid in een commissie zitting moeten hebben.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1967 | | pagina 130