-5- Het lid KEIJ is het in deze met de redenering van het lid Braat eens. Persoonlijk had hij zelfs nog verder willen gaan. Hij zag namelijk liever dat deze plannen met bijvoorbeeld de directeur van de dienst gemeentewerken werden besproken, te meer daar de stedebouwkundige niet zo gemakkelijk in een raadsvergadering zal verschijnen. In dit herzieningsplan is nog het een en ander vergeten. Op de hoek Bosschendijk - Beukenlaan staan de uloschool en het gemeentelijke gymnastieklokaal. Dit zijn bijzondere gebouwen. Op de plan kaart daarentegen staan ter plaatse woningen getekend. Het veilinggebouw en de tuinbouwschool ook bijzondere gebouwen zijnde, alsmede de kwekerij van de heer Vermeulen staan als bijzondere gebouwen aangegeven. Bij een volgende wijziging wilde nij terug naar de A-bebouwing langs de Bosschendijk. De VOORZITTER merkt op dat langs de Bosschendijk toch altijd nog met toepassing van artikel 20 van de Wederopbouwwet woningen gebouwd kunnen worden. Het lid KEIJ zegt dat bijvoorbeeld een arts zich noodgedwongen in de gemeente Hoeven gaat vestigen, daar in deze gemeente geen geschikte plaats, waar hij een woning zou kunnen bouwen, te vinden is. In het verleden heeft de gemeente altijd al veel hinder ondervonden met de toepassing van artikel 20 van de Wederopbouwwet. Wanneer de heer Vermeulen enkel nog maar bijvoor beeld zijn kantoorruimte wil vergroten dan moet artikel 20 van de Wederopbouw- wet al worden toegepast. Het veilinggebouw en de tuinbouwschool zullen niet meer uitbreiden. Waarom zou men deze gronden langs de Bosschendijk niet vrij maken, zo vraagt spreker. De VOORZITTER zegt dit alles persoonlijk niet zo moeilijk te vinden. Het lid van EL/..AKKER is ook van mening dat er bij de vaststelling van bestemmingsplannen meer voorlichting zou moeten zijn. Hij is van mening dat het aanbeveling verdient bepaalde moeilijkheden te voorkomen. Een bepaalde moeilijkheid mag derhalve niet het gehele bestemmingsplan hinderen. Hij wilde het zojuist besproken onderdeel van het bestemmingsplan voorlopig en de rest van dit plan definitief vaststellen. De VOORZITTER antwoordt dat voorlopige vaststelling van een bestemmings plan niet kan. Een bestemmingsplan moet officieel worden vastgesteld, waarna het ter goedkeuring aan het college van gedeputeerde staten wordt gezonden. Op het bestemmingsplan kunnen later nog wel weer wijzigingen worden aange bracht. Hij wilde het nu echter ook weer niet te pietepeuterig gaan doen, door bijvoorbeeld een klein hoekje, tussen bijzondere gebouwen gelegen, weer een andere bestemming te geven. Ook hij iB er voor dat de raad vóór een raadsver gadering bijeenkomt, bij eventuele vaststelling van latere bestemmingsplannen. Het lid van ELZAKKER vraagt of dit ook zal gebeuren bij de vaststelling van saneringsplannen. De VOORZITTER antwoordt op deze vraag bevestigend. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 5. Voorstel tot instelling van een doorstromingsfonds en tot vaststelling van een verordening geldelijke steun doorstroming;. De VOORZITTER merkt bij dit voorstel op dat in de memorie van toelichting bij de begroting 1968 van het ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening de mededeling voorkomt dat uitkeringen van rijkswege voor doorstro ming eind 1969 zullen worden gestaakt, omdat de minister vindt dat er dan andere maatregelen, onder meer ook de voorgenomen heffing van huurbelasting, de doorstroming reeds voldoende bevorderen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1967 | | pagina 112