-3-
Beantwoording gestelde vragen.
Raadsvergadering 21-9-67.
1Het lid Meijers vraagt of, nu ook in de gemeente Oudenbosch binnenkort
van mijngas op aardgas wordt overgeschakeld, de kosten van vernieuwing
van ondeugdelijke binnenleidingen in z.g. pasrticuliere woningen door de
huurder betaald moeten worden en zo ja, of hieraan iets te doen is.
Voor rekening van een gasdistributie-bedrijf komen normaliter de kosten
van aanleg van de dienstleiding en levering en plaatsing van de meter.
Alle leidingen vanaf de meter worden door de huiseigenaar tot de verbruiks-
punten aangelegd. De huurder kan dus voor aanleg van de verbruiksappara-
tuur op deze punten zorg laten dragen. Door de omschakeling van mijn- op
aardgas dienen de verbruikstoestellen door verhoogde druk, calorische
waarde e.d. te worden omgebouwd, d.w.z. in de meeste gevallen te worden
voorzien van nieuwe branders. Is ombouw mogelijk dan geschiedt dit gratis.
Is dit niet het geval, dan dienen nieuwe gastoestellen te worden aange
schaft, wil men gas blijven betrekken. Als uitgangspunt dient gesteld te
worden dat het gasdistributiebedrijf voor levering van gas zorgdraagt, in
dien zowel leidingen als apparatuur aan de daarvoor te stellen eisen vol
doen. Strikt genomen zal men thans ook geen mijngas kunnen betrekken in
dien de bestaande leidingen lekkages vertonen. Ombouw of vernieuwing van
apparatuur is een rechtstreeks gevolg van verandering van systeem: van
mijn- op aardgas. Het al dan niet deugdelijk zijn van de leidingen is een
rechtstreeks gevolg van de staat waarin de leidingen verkeren: lekkages
door slechte buizen en koppelingen. Vernieuwing ervan komt in dit geval
voor rekening van de huiseigenaar. De hieruit voortvloeiende hogere lasten
kunnen middels een huurverhoging aan de huurder in rekening worden ge
bracht. Weigert de eigenaar aanleg van nieuwe leidingen dan zal geen gas
geleverd kunnen worden en zal de huurder via de huuradviescommissie het
huurbedrag vast kunnen laten stellen, waarbij rekening gehouden dient te
worden met het gemis aan de mogelijkheid tot het betrekken van gas.
2. Het lid Meijers vraagt of de kosten van vernieuwing van niet-geaarde lei
dingen in woningen, die door de P.N.J3.M. zijn afgekeurd, ook voor rekening
van de huurder komen.
De electrische installatie in een woning behoort tot de meest elementaire
voorzieningen, welke dienen tot het bewoonbaar maken en houden van een
woning. Om een woning te kunnen verhuren zal derhalve de verhuurder een
woning met inbegrip van deze voorziening aan de huurder beschikbaar stel
len. In de huurprijs is hiermede rekening gehouden. Wordt nu om een of
andere reden een electrische installatie afgekeurd en brengt dit een nieuwe
investering mede, dan zal uiteraard de huiseigenaar hiervoor zorg dienen
te dragen. De bewoning wordt dus aan de eisen des tijds aangepast. De
hieruit voortvloeiende lasten, waarvoor de eigenaar zich geplaatst ziet
en welke hij door gewijzigde eisen of om welke reden danook noodzakelijker
wijs op zich dient te nemen, kan hij evenwel via een huurverhoging op de
huurder afwentelen. Is hij, de huurder, het niet met de hoogte van de huur
eens, dan kan hij zich altijd nog wenden tot de zgn. huuradviescommissie.
3. Het lid de Wit vraagt nogmaals aandacht voor de toestand van de Standdaar-
buitense brug. Hij verzoekt de randen van genoemde brug wit te maken en het
gras bij de oprit weg te laten steken. Voorts verzoekt hij nogmaals een
lichtpunt tussen de Warande en het pand van de heer van Meer te doen bij
plaatsen.