-6-
Ook over dit punt zal, volgens hem, weinig meer te zeggen zijn. Hij is van
mening dat, in verband met de verandering van de vuilniswagen, de kosten
toch wel hier of daar uit zullen moeten komen.
Het lid de UIT is van mening dat de clandestiene stortplaatsen van
huisvuil weer wel hand over hand zullen toenemen.
Het lid DEKKERS is de gedachte toegedaan dat deze verhoging voor be
paalde middenstanders, die meerdere vuilnisemmers in gebruik hebben, mis
schien wel bezwaren mee zal brengen. Bij de beschikbaarstelling van een
crediet voor de aanschaffing van een huisvuilwagen is destijds gesteld dat
genoemde wagen voorzien zou zijn van een containerbelading. Dit zou voor
deze mensen wellicht de oplossing zijn.
De VOORZITTER antwoordt dat dit inderdaad het geval zal zijn.
Het lid de HAAS informeert of, bij de aanschaffing van een nieuwe huis
vuilwagen, het grof vuil tegelijk met het huisvuil wordt opgehaald.
De VOORZITTER antwoordt hierop bevestigend.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
15. Voorstel tot vaststelling van een verordening op de heffing van een
recht op het gebruik van aansluiting op de riolering.
Het lid de VETH vraagt of het mogelijk is bij aansluiting op de riole
ring de bejaarden en invaliden in de gemeente vrijstelling van betaling te
verlenen.
De VOORZITTER antwoordt dat dergelijke vrijstellingen zeer veel admini
stratief werk gaan kosten. Degenen, die hiervoor in aanmerking menen te komen
kunnen een beroep doen op de Algemene Bijstandswet.
Het lid de HAAS vreest dat het door de minister van binnenlandse zaken
redelijk te achten bedrag ad 84,10 per aansluiting een zware opgave voor
de mensen gaat worden.
De VOORZITTER antwoordt dat de verplichting om een bedrag van 84,10
per aansluiting te heffen niet kan worden opgelegd. De gemeente Oudenbosch
is vrij in het bepalen van het op te leggen bedrag, hetgeen uit de in het
voorstel genoemde bedragen blijkt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
16. Voorstel tot beschikbaarstelling: van een crediet i.v.m. de aanschaffing
van een boekhoudmachine 84e wijziging gemeentebegroting 1967.
Het lid MEIJERS merkt op dat er zoeven naar voren is gebracht of er al
of niet tot bezuiniging kon worden overgegaan; namelijk bij de behandeling
van het voorstel tot vaststelling van een nieuwe verordening op de heffing
van een straatbelasting in de gemeente. Hij wilde eerst de uitslag van het
destijds door het college van burgemeester en wethouders voorgestelde effi
ciency—onderzoek afwachten en dan kijken of de aanschaf van een dergelijke
machine nodig is, temeer daar de kosten van de aan te kopen machine bijna
20.000,belopen.
De VOORZITTER antwoordt dat over deze zaak door het college van burge
meester en wethouders uitvoerig van gedachten is gewisseld. Het in te stel
len efficiëncy-onderzoek strekt zich niet uit over de aan te schaffen appa
ratuur, doch gaat over de organisatie ter secretarie. De afschrijving van
deze machine kan geschieden in 10 jaar. De jaarlijkse lasten voor de gewone
dienst bedragen ruim 2.800,